ECLI:NL:RBZWB:2024:9324

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
C/02/424696 / FA RK 24/3283
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1968. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 17 juli 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een verpleegkundig specialist. De officier van justitie was niet aanwezig.

De betrokkene heeft aangegeven dat hij zich goed voelt in de accommodatie waar hij verblijft, maar hij wil graag naar huis. De verpleegkundig specialist heeft echter verklaard dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire I stoornis en momenteel manisch ontregeld is. Er is sprake van gevaar voor de betrokkene zelf en voor anderen, wat de noodzaak voor de voortzetting van de crisismaatregel onderstreept. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade.

De rechtbank heeft besloten dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder toediening van medicatie, medische controles, en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de verzochte duur en wijst het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/424696 / FA RK 24/3283
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 19 juli 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1968 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in de [de accommodatie] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 18 juli 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 17 juli 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 17 juli 2024;
- de medische verklaring van 17 juli 2024;
- een episodejournaal;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 juli 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- dhr. [naam 1] , verpleegkundig specialist.
Tevens was aanwezig [naam 2] , een verpleegkundige, welke niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan het goed te hebben in [de accommodatie] . Hij wil wel graag snel naar huis, naar zijn poes. Betrokkene geeft aan geen stoornis te hebben.
3.2.
De verpleegkundig specialist geeft aan dat betrokkene bekend is met een bipolaire I stoornis. Op dit moment is hij manisch ontregeld. Hij heeft goed contact met het FACT-team. Betrokkene is mogelijk ontregeld geraakt door het niet gebruiken van zijn medicijnen. Betrokkene is in de extra beveiligde kamer (hierna: EBK) geplaatst, maar is hier inmiddels weer uit door de nodige verplichte medicatie. Op dit moment verblijft betrokkene op de afdeling IC en gaat af en toe naar de afdeling. Er is geen sprake van psychotische klachten, maar betrokkene is wel ontzettend druk. Hij heeft de afgelopen tijd veel te weinig slaap gehad. De situatie is nog te precair om over vrijwilligheid te praten. Er is duidelijk sprake van gevaar en direct acuut dreigend nadeel. Dit neemt wel af. Het beeld van betrokkene lijkt veel op een manisch depressieve stoornis. Betrokkene neemt de medicatie, maar er is geen sprake van een consistente vrijwillige basis; hij wil de Zyprexa niet. Het toedienen van vocht en voeding en het controleren van de woon- en verblijfruimte alsook het controleren op gedrags-beïnvloedende middelen is niet noodzakelijk als zorgmodaliteit. Insluiten is wel nodig; betrokkene zat gisteren nog in de EBK. Er was toen geen bereidheid tot een gesprek; betrokkene was agressief.
3.3.
De advocaat van betrokkene geeft aan dat betrokkene het niet eens is met het verblijf bij [de accommodatie] . Hij is het niet eens met de diagnose; er is immers geen sprake van een stoornis. Ook van acuut nadeel is geen sprake. Het verzoek dient dan ook te worden afgewezen. In geval het verzoek toch wordt toegewezen dan zijn de zorgmodaliteiten zoals besproken het minimale wat toegewezen kan worden. Betrokkene heeft aangegeven dat vrijwillig verblijf een optie is, maar dit is beperkt tot een kortere termijn.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
bipolaire-stemmingsstoornissen. Betrokkene is langdurig bij [de accommodatie] bekend en is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis. Bij betrokkene is thans sprake van een manische ontregeling.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is manisch ontregeld en reageert dreigend-agressief. Hij is het erf van een zwangere vrouw opgelopen en heeft haar vastgepakt, heeft ruitenwissers op auto’s vernield en maakt een fors dreigende indruk. Hij roept hiermee angst op bij omwonenden.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Er is bij betrokkene geen blijk van enig ziektebesef en -inzicht. Betrokkene ziet de ernst van de situatie niet in. De situatie is precair en van vrijwilligheid is thans geen sprake.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1968 te [geboorteplaats] ;
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
9 augustus 2024.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr Van Eck, rechter en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024 in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink als griffier, en op 2 augustus 2024 uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.