ECLI:NL:RBZWB:2024:9325

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
C/02/413414 / FA RK 23-4087
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Voorn
  • Mr. Oude Weernink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en verdeling wettelijke beperkte gemeenschap van goederen met overeenstemming tussen partijen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de echtscheiding van partijen, die op [datum] 2020 te Schouwen-Duiveland met elkaar gehuwd zijn op huwelijkse voorwaarden. De vrouw, burger van de Bondsrepubliek Duitsland, en de man, met de Nederlandse nationaliteit, hebben beiden verzocht om de echtscheiding uit te spreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij rechtsmacht heeft, aangezien partijen op het moment van indiening van het verzoek hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden.

De rechtbank heeft geconstateerd dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de echtscheiding, zoals blijkt uit verschillende F9-formulieren die zijn ingediend door de advocaten van beide partijen. De vrouw heeft verzocht om de zaak schriftelijk af te doen, en de man heeft bevestigd dat er geen mondelinge behandeling nodig is. De rechtbank heeft de verzoeken van partijen beoordeeld en heeft besloten dat de onderlinge regelingen uit de overeenkomst deel uitmaken van de beschikking.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Voorn, in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink, griffier. Indien hoger beroep mogelijk is, kan dit worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/413414 / FA RK 23-4087
(echtscheiding)
C/02/417922 / FA RK 24-144
(verdeling wettelijke beperkte gemeenschap van goederen en afwikkeling huwelijkse voorwaarden)
beschikking d.d. 28 augustus 2024
in de zaak van
[de vrouw],
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. J.C. van den Doel, gevestigd te Zierikzee,
en
[de man],
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. E.S. van Aken, gevestigd te Zierikzee.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 1 september 2023 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het op 12 september 2023 betekeningsexploot;
- het op 21 november 2023 ontvangen verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek met bijlagen;
- het op 2 januari 2024 ontvangen verweerschrift op zelfstandig verzoek met bijlagen;
- het F9-formulier d.d. 22 april 2024 van mr. van Aken;
- het F9-formulier d.d. 23 april 2024 van mr. van den Doel;
- het F9-formulier d.d. 24 juli 2024 van mr. van den Doel;
- het F9-formulier d.d. 25 juli 2024 van mr. van Aken, met bijlage;
- het F9-formulier d.d. 25 juli 2024 van mr. van den Doel.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [datum] 2020 te Schouwen-Duiveland met elkaar gehuwd op
huwelijkse voorwaarden.
2.2.
De vrouw is burger van de Bondsrepubliek Duitsland. De man heeft de Nederlandse nationaliteit.

3.De verzoeken

3.1.
De vrouw verzoekt nu, samengevat, de echtscheiding uit te spreken.
3.2.
De man verzoekt nu, bij wijze van zelfstandig verzoek, samengevat, de echtscheiding uit te spreken.

4.De beoordeling

4.1.
De Nederlandse rechter komt rechtsmacht toe met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding, aangezien ten tijde van de indiening van het verzoek partijen hun gewone verblijfplaats hadden in Nederland.
4.2.
De rechtbank zal op het verzoek tot echtscheiding Nederlands recht toepassen ingevolge artikel 10:56, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek.
4.3.
Bij F9-formulier van 24 juli 2024 is namens de vrouw bericht dat partijen overeenstemming hebben bereikt. De vrouw verzoekt de zaak schriftelijk af te doen.
4.4.
Bij F9-formulier van 25 juli 2024 is namens de man bevestigd dat partijen overeenstemming hebben bereikt. De man verzoekt de door partijen op 23 juli 2024 bereikte en door de man overgelegde overeenkomst deel uit te laten maken van de beschikking. Ook de man heeft aangegeven dat er geen mondelinge behandeling hoeft plaats te vinden.
4.5.
Bij F9-formulier van 25 juli 2024 is namens de vrouw bericht dat zij geen bezwaar heeft tegen het verzoek van de man om de in de e-mail van de advocaat van de vrouw van 23 juli jl. gericht aan de advocaat van de man, opgenomen afspraken onder 1 t/m 8 onderdeel te laten zijn van de nog te wijzen beschikking.
4.6.
Uit voormelde F9-formulieren volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de echtscheiding. Deze overeenstemming komt de rechtbank niet ongegrond voor en zal op onderstaande wijze worden toegewezen.
4.7.
Nu de overige verzoeken zijn ingetrokken, kunnen deze verzoeken niet meer worden onderzocht en zullen deze worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
spreekt uit de echtscheiding tussen partijen, op [datum] 2020 te Schouwen-Duiveland met elkaar gehuwd;
5.2.
bepaalt dat de onderlinge regelingen uit het aangehechte en de door de griffier gewaarmerkte overeenkomst deel uitmaken van deze beschikking;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Voorn, en, in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink, griffier, in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.