In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 december 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1983, op verzoek van de officier van justitie. Het verzoekschrift is op 9 december 2024 ingediend en de mondelinge behandeling vond plaats met gesloten deuren. Betrokkene was aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, mr. J. van Rooijen, en er waren verschillende zorgprofessionals aanwezig, waaronder psychiater dr. [naam 1] en casemanager mw. [naam 3]. De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornis ernstig nadeel veroorzaakt, waaronder psychische schade en verwaarlozing. Ondanks de betwisting van betrokkene dat zij zorg nodig heeft, concludeerde de rechtbank dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 30 juni 2025, en bepaalde dat de maatregelen zoals genoemd in de rechtsoverwegingen kunnen worden getroffen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Phillips, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos, griffier.