Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dr. [naam 1], arts;
- [naam 2], begeleider.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 december 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1991, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 13 december 2024. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, haar advocaat mr. J. van Rooijen, een arts en een begeleider gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Dit nadeel omvat levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, en verwaarlozing. Betrokkene heeft in het verleden gevaarlijk gedrag vertoond, waaronder het springen van een balkon en het bedreigen van haar vader, wat heeft geleid tot een ziekenhuisopname op 20 november 2024.
De rechtbank oordeelt dat betrokkene zorg nodig heeft om haar geestelijke gezondheid te stabiliseren. Ondanks dat betrokkene aangeeft dat het beter met haar gaat en zij terug wil naar haar vader en hond, is de rechtbank van mening dat vrijwillige hulpverlening onvoldoende is. De rechtbank heeft op basis van het zorgplan en de medische verklaring besloten dat verplichte zorg noodzakelijk is. De toegewezen vormen van verplichte zorg omvatten het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het controleren op middelengebruik. De rechtbank heeft de machtiging verleend tot en met 30 juni 2025, en het verzoek om aanvullende vormen van zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Phillips, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos, griffier.