ECLI:NL:RBZWB:2024:9388

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 augustus 2024
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
C/02/425567 / JE RK 24-1489
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J.B. Duinhof
  • Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en uithuisplaatsing voor minderjarige

Op 19 augustus 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009. De kinderrechter heeft een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes weken, tot 30 september 2024, en een verzoek tot uithuisplaatsing afgewezen. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die zich zorgen maakt over de veiligheid en ontwikkeling van [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn, die de ontwikkeling van [minderjarige] ernstig belemmeren. De moeder van [minderjarige] is als belanghebbende aangemerkt en heeft haar zorgen over de situatie van haar dochter geuit. De kinderrechter heeft de noodzaak van gesloten jeugdhulp onderstreept, gezien de onhoudbare situatie bij de huidige verblijfplaats van [minderjarige]. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van [minderjarige] aan te pakken. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om nauwlettend toezicht te houden op de situatie van [minderjarige] en om te zorgen voor een passende vervolgplek na het afronden van het diagnostisch onderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummers: C/02/425567 / JE RK 24-1489
(spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
C/02/425581 JE RK 24-149
(reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
C/02/425271 / JE RK 24-1445
(machtiging uithuisplaatsing)
Datum uitspraak: 19 augustus 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING, gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de Gecertificeerde Instelling (de GI),
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. R.K.T. Davidse te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Het (verdere) verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
In de procedure met zaaknummer C/02/425567 / JE RK 24-1489 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
- de beschikking van de kinderrechter van 13 augustus 2024 met de daarin genoemde stukken;
In de procedure met zaaknummer C/02/425581 JE RK 24-149 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 13 augustus 2024;
  • de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 16 augustus 2024;
In de procedure met zaaknummer C/02/425271 / JE RK 24-1445 (machtiging uithuisplaatsing)
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 30 juli 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 19 augustus 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] met haar advocaat, die ook vooraf apart is gehoord;
- de moeder, via videoverbinding, met haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
Bij beschikking van 20 oktober 2022 is een spoedmachtiging afgegeven om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 20 oktober 2022 en tot 3 november 2022. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.3.
Bij beschikking van 28 oktober 2022 is het resterende deel van het spoedverzoek om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp afgewezen en is een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 28 oktober 2022 en tot 28 januari 2023, onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek.
2.4.
Bij beschikking van 24 januari 2023 is de machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlengd met ingang van 28 januari 2023 en tot 28 april 2023.
2.5.
Bij beschikking van 14 april 2023 is de machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlengd met ingang van 28 april 2023 en tot 28 juli 2023.
2.6.
Bij beschikking van 21 juli 2023 is een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van een maand, met ingang van 28 juli 2023 tot 28 augustus 2023. Het resterende deel van het verzoek van het college is afgewezen.
2.7.
Bij beschikking van 30 november 2023 is er een spoedmachtiging afgegeven om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee weken, te weten met ingang van 30 november 2023 en tot 14 december 2023. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.8.
Bij beschikking van 6 december 2023 is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend betreffende [minderjarige] voor de duur van twee weken, te weten met ingang van 14 december 2023 en tot 28 december 2023. Het reguliere verzoek machtiging gesloten jeugdhulp is aangehouden in afwachting van een schriftelijke (instemmende) verklaring van een gekwalificeerde gedragswetenschapper ten aanzien van het reguliere verzoek gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] , waarbij de gekwalificeerde gedragswetenschapper [minderjarige] kort tevoren feitelijk heeft gesproken en onderzocht, die de GI voorafgaand aan de mondelinge behandeling, of zoveel eerder als mogelijk, aan de griffie van de rechtbank toestuurt.
2.9.
Bij beschikking van 6 december 2023 is [minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI voor de duur van één jaar en is een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend met ingang van 6 december 2023 en tot 6 september 2024.
2.10.
Bij beschikking van 27 december 2023 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes maanden, te weten met ingang van 28 december 2023 en tot 28 juni 2024.
2.11.
Bij beschikking van 26 juni 2024 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van één maand, met ingang van 27 juni 2024 en tot 27 juli 2024. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.12.
Bij beschikking van 24 juli 2024 is het resterende deel van het verzoek afgewezen.
2.13.
Bij beschikking van 13 augustus 2024 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van twee weken, met ingang van 13 augustus 2024 tot 27 augustus 2024. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.14.
[minderjarige] verblijft op grond van voornoemde machtiging bij [accommodatie] .

3.De verzoeken

In de procedure met zaaknummers C/02/425567 / JE RK 24-1489 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp) en C/02/425581 JE RK 24-149 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
3.1.
De GI verzoekt een spoedmachtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Tevens is, na wijziging, verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van 3 maanden.
3.2.
Thans ligt ter beoordeling voor of sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die aanleiding om de afgegeven spoedmachtiging met ingang van heden te herroepen, alsmede het resterende deel van de spoedmachtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven, te weten van 27 augustus 2024 tot 10 september 2024. Ook ligt nog ter beoordeling voor het, gewijzigde, reguliere verzoek om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor drie maanden.
In de procedure met zaaknummer C/02/425271 / JE RK 24-1445 (machtiging uithuisplaatsing)
3.3.
De GI verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad, een machtiging te verlenen om bovengenoemde minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de duur van de OTS.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft haar verzoeken ten aanzien van de (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp. Gelet op de recente ontwikkelingen en het huidige verblijf van [minderjarige] te [accommodatie] , trekt zij haar verzoek tot een machtiging uithuisplaatsing in. De GI heeft het spoedverzoek ingediend gezien de grote zorgen over de [minderjarige] op de [locatie] . [minderjarige] toont zelfbepalend gedrag. De GI heeft nooit vertrouwen gehad in een plaatsing bij de [locatie] . Ze snapt dat dit is gedaan om [minderjarige] perspectief te geven, maar op dit moment staan ze weer verder achter dan voor de plaatsing in de open setting. De GI maakt zich hele grote zorgen. het gaat al langere tijd niet goed met [minderjarige] . Er zijn verschillende signalen dat [minderjarige] (seksueel) contact zou hebben met een 28 jarige man, welke een bekende is van de politie. Volgens de politie is de manier waarop deze 28-jarige man contact aangaat met meisjes c.q. vrouwen, zorgelijk. [minderjarige] ziet de consequenties hiervan weinig in en is op een bepaalde manier afhankelijk van hem. [minderjarige] loopt het risico dat zij slachtoffer wordt of al is van seksuele onveiligheid, een tienerzwangerschap, een seksueel overdraagbare aandoening en dat zij in een afhankelijkheidspositie verkeert waarin er een disbalans is in leeftijd en machtsverhouding. De veiligheid van [minderjarige] kan niet langer gewaarborgd worden op de [locatie] . Hoewel [minderjarige] op [accommodatie] niet de benodigde hulp kan ontvangen, kan haar veiligheid hier wel worden gewaarborgd. Gezocht wordt naar een plek waar [minderjarige] langere tijd kan verblijven en waar zij passende behandeling kan krijgen. Eerst dient het persoonlijkheidsonderzoek te worden afgerond, zodat op basis hiervan een passende plek kan worden gevonden. De GI verwacht dat dit onderzoek uiterlijk eind september (in concept) af is. De ontevredenheid die [minderjarige] op dit moment ten opzichte van de jeugdbeschermer heeft, zal zij naar verwachting van de GI ook hebben bij een andere GI. De GI vindt het goed een vinger aan de pols te houden, maar acht iedere maand een zitting niet in haar belang. De GI houdt al goed vinger aan de pols. De GI vindt dan ook dat de machtiging voor de duur van drie maanden dient te worden verleend.
4.2.
Door en namens [minderjarige] is aangegeven dat zij het niet eens is met een gesloten plaatsing. Hoewel het niet super ging op de [locatie] , was zij de afgelopen dagen rustig aanwezig op de groep, ook op een positieve manier. [minderjarige] geeft aan dat er geen sprake is van seksuele contacten. De zorgen kloppen niet. [minderjarige] vindt het heel oneerlijk dat zij geen eerlijke kans heeft gekregen op de [locatie] . Ze wilde gaan werken, maar omdat zij geen bankrekening heeft kan zij ook geen loon ontvangen. De behandeling van Opendoor is bij de [locatie] niet van de grond gekomen. Dit heeft een slecht effect gehad op de kans van slagen van het verblijf bij de [locatie] . Een langdurige plaatsing bij [accommodatie] zal contraproductief werken. Diagnostiek is bovendien niet leidend in het vinden van een vervolgplek, zo heeft ook gedragswetenschapper [naam 1] eerder aangegeven. De motivatie van [minderjarige] zakt verder weg, zeker na faalervaringen. [minderjarige] heeft al langere tijd geen perspectief of dagbesteding. Primair verzoekt de advocaat het verzoek af te wijzen; [minderjarige] is het er niet mee eens. Subsidiair vraagt de advocaat zich af wat er binnen nu en drie maanden gaat veranderen. Na het hebben van de juiste diagnostiek is er nog niet gelijk een vervolgplek. Er dient een vinger aan de pols te worden gehouden, door elke maand zitting te houden en te kijken of er al een plek is.
4.3.
Door en namens de moeder wordt aangegeven dat, hoewel zij een gesloten plaatsing verre van ideaal vindt, toewijzing van het verzoek op dit moment niet anders kan. De moeder vindt het belangrijk dat [minderjarige] veilig is. Toen [minderjarige] de afgelopen weken bij de [locatie] verbleef, had zij dat gevoel niet. De moeder is blij dat het diagnostisch onderzoek bijna is afgerond. Na het afronden hiervan moet worden gezocht naar een vervolgplek. De moeder vindt de huidige situatie verschrikkelijk. De moeder vindt het belangrijk dat er een vinger aan de pols wordt gehouden. Iedere maand zitting is belastend en zal wellicht weinig nieuws opleveren, maar opnieuw zitting over anderhalve maand wanneer het diagnostisch onderzoek is afgerond, acht de moeder passend en goed. Alsdan kan worden bezien hoe het verder moet. De moeder staat open voor contact met [minderjarige] .

5.De (verdere) beoordeling

In de procedure met zaaknummer C/02/425567 / JE RK 24-1489 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken. Tevens dienen er geen minder ingrijpende mogelijkheden te zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
5.2.
De kinderrechter moet, voordat het reguliere verzoek inhoudelijk kan worden beoordeeld, in eerste instantie bepalen of de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp al dan niet moet worden herroepen. Bij beschikking van de kinderrechter van 13 augustus 2024 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van twee weken en iedere verdere beslissing aangehouden, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden. De GI en de belanghebbenden zijn tijdens de mondelinge behandeling op 19 augustus 2024 in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
5.3.
Naar aanleiding daarvan oordeelt de kinderrechter dat niet gebleken is dat sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die aanleiding geven tot een ander oordeel. De eerder verleende spoedmachtiging zal dus niet worden herroepen. Daarnaast zal de kinderrechter het resterende deel van de verzochte spoedmachtiging gesloten jeugdhulp afwijzen, nu zal worden beslist op het reguliere verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp.
In de procedure met zaaknummer C/02/425581 JE RK 24-149 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
5.4.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Tevens dienen er geen minder ingrijpende mogelijkheden te zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
5.5.
De onafhankelijke gedragswetenschapper, dhr. [naam 2] , heeft schriftelijk ingestemd met een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden. Dit blijkt uit de verklaring van 16 augustus 2024.
5.6.
De kinderrechter zal het verzoek van de gemeente toewijzen en de (reguliere) machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van 6 weken, dus tot 30 september 2024, onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek.
5.7.
De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt. De afgelopen periode is gepoogd [minderjarige] in een open setting te laten verblijven in afwachting van de vervolgplek, te weten bij de [locatie] . Gebleken is dat de situatie aldaar en de onrust die [minderjarige] hier veroorzaakt, onhoudbaar is geworden. [minderjarige] stelt zich brutaal, oppositioneel en agressief op. De zorgen ten aanzien van [minderjarige] zijn onverminderd aanwezig. [minderjarige] vertoont zelfbepalend, grensoverschrijdend gedrag en er grote zorgen over haar seksuele onveiligheid en contacten met een volwassen man. Een open setting kan [minderjarige] niet de veiligheid bieden die zij nodig heeft. Ondanks dat duidelijk is dat [minderjarige] de benodigde behandeling bij [accommodatie] niet kan krijgen, kan [accommodatie] deze veilige setting wel bieden. Er zijn aldus thans geen minder ingrijpende mogelijkheden om de opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige] te behandelen en haar veiligheid te kunnen waarborgen.
5.8.
[minderjarige] heeft heeft dringend behoefte aan passende hulpverlening. De kinderrechter vindt het van groot belang dat hier op korte termijn meer duidelijkheid over komt. Hiertoe is allereerst van belang dat het reeds van start gegane diagnostisch onderzoek op korte termijn wordt afgerond. Er dient zicht te komen op de diagnostiek van [minderjarige] . De GI dient de komende periode nauw toe te zien op afronding van dit onderzoek alsook verder te blijven zoeken naar passende vervolgplek voor [minderjarige] . De kinderrechter zal het verzoek van de GI toewijzen voor de duur van zes weken. De kinderrechter vindt het belangrijk een vinger aan de pols te houden. De situatie breekt [minderjarige] zichtbaar op en werkt averechts op haar motivatie voor behandeling. De kinderrechter verwacht van de GI dat zij op de nader te noemen mondelinge behandeling meer informatie en duidelijkheid kan geven over de diagnostiek van [minderjarige] alsook over een mogelijke vervolgplek.
5.9.
De kinderrechter zal het resterende deel van het verzoek aanhouden en bepaalt dat de nadere mondelinge behandeling zal plaatsvinden op
[datum] 2024, [uur].Voorafgaand aan die mondelinge behandeling dient de GI een schriftelijke update te geven over de situatie van [minderjarige] , het verrichte diagnostisch onderzoek en de vorderingen ten aanzien van de zoektocht naar een passende vervolg(behandel)plek, onder overlegging van een dan actuele instemmingsverklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper ten aanzien van het restant van de reguliere machtiging.
In de procedure met zaaknummer C/02/425271 / JE RK 24-1445 (machtiging uithuisplaatsing)
5.10.
Nu de GI haar verzoek ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft ingetrokken, behoeft dit geen beoordeling en beslissing meer. De kinderrechter zal het verzoek van de GI derhalve afwijzen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
In de procedure met zaaknummer C/02/425567 / JE RK 24-1489 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
6.1.
wijst het resterende deel van het verzoek tot het verlenen van een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en verblijven in een accommodatie voor jeugdhulp af;
In de procedure met zaaknummer C/02/425581 JE RK 24-149 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
6.2.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 19 augustus 2024 tot 30 september 2024.
6.3.
houdt aan het restant van het reguliere verzoek om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot de mondelinge behandeling van
[datum] 2024, [uur],welke zitting wordt gehouden bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. J.B. Duinhof, aan de Kousteensedijk 2, 4331 JE te Middelburg;
6.5.
verwacht van de GI uiterlijk vrijdag 20 september 2024 schriftelijk te worden geïnformeerd, een aan anders zoals weergegeven in rechtsoverweging 5.9;
6.6.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die mondelinge behandeling voor de GI, [minderjarige] , haar advocaat en de moeder en haar advocaat.
6.7.
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
In de procedure met zaaknummer C/02/425271 / JE RK 24-1445 (machtiging uithuisplaatsing)
6.8.
wijst het verzoek van de GI af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkman, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2024, in aanwezigheid van mr. Oude Weernink als griffier, en op schrift gesteld op 3 september 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.