Op 3 september 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2007. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige, die ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn onmachtig om de situatie van hun kind te verbeteren. De minderjarige heeft al geruime tijd niet naar school gegaan, isoleert zich en heeft twee zelfmoordpogingen gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 september 2024 waren de ouders, een vertegenwoordiger van de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen en dat er een onveilige thuissituatie is. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland tot aan zijn meerderjarigheid in 2025, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft benadrukt dat de veiligheid van de minderjarige en zijn omgeving voorop staat en dat er snel actie ondernomen moet worden om de situatie te stabiliseren.