ECLI:NL:RBZWB:2024:9392

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
C/02/414827 FA RK 23-4779
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Hendriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding geregistreerd partnerschap met overeenstemming tussen partijen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ontbinding van een geregistreerd partnerschap tussen een vrouw en een man. Partijen zijn in 2014 te Kruiningen een geregistreerd partnerschap aangegaan en hebben samen twee minderjarige kinderen. De vrouw heeft verzocht om de ontbinding van het geregistreerd partnerschap en om de onderlinge regelingen over de kinderen, zoals vastgelegd in het ouderschapsplan en convenant, onderdeel te laten uitmaken van de beschikking. De man heeft zich aan het verzoek van de vrouw gerefereerd en heeft ook zelfstandig verzoeken ingediend, waaronder het verzoek om het ouderschapsplan en convenant aan de beschikking te hechten.

Tijdens de procedure hebben beide partijen overeenstemming bereikt over de ontbinding van het geregistreerd partnerschap. Dit is bevestigd in F9-formulieren die op 7 oktober 2024 zijn ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenstemming niet ongegrond is en heeft de ontbinding van het geregistreerd partnerschap uitgesproken. Tevens zijn de onderlinge regelingen uit het convenant en ouderschapsplan als onderdeel van de beschikking opgenomen. De rechtbank heeft de overige verzoeken van de man afgewezen, aangezien deze niet meer onderzocht hoeven te worden door de bereikte overeenstemming.

De beschikking is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen drie maanden na de uitspraak kan worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummers: C/02/414827 FA RK 23-4779
(ontbinding geregistreerd partnerschap)en
C/02/420597 FA RK 24-1448
(boedel)
beschikking d.d. 8 november 2024
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.E. de Kok, gevestigd te Goes,
en
[de man],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. J.A.M. de Kerf, gevestigd te Goes.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, hierna te noemen: de Raad.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 12 oktober 2023 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het op 20 februari 2024 ontvangen verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek met bijlagen;
- het F9-formulier d.d. 20 februari 2024 van mr. Kok;
- het op 4 maart 2024 ontvangen zelfstandige verzoek vaststelling ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van de vrouw, met bijlagen;
- het F-formulier d.d. 4 maart 2024, met bijlage;
- het namens de man ingediende F9-formulier d.d. 12 maart 2024;
- het F9-formulier d.d. 21 maart 2024 van mr. Kok;
- het F9-formulier d.d. 7 oktober 2024 van mr. Kok, met bijlage;
- het F9-formulier d.d. 7 oktober 2024 van mr. de Kerf.
1.2. Na te noemen [minderjarige 1] is gelet op haar leeftijd in staat gesteld haar mening kenbaar te maken tijdens een zogenoemd kindgesprek
.Zij heeft telefonisch met de kinderrechter gesproken.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [datum] 2014 te Kruiningen een geregistreerd partnerschap aangegaan.
2.2.
Partijen hebben de volgende, nu nog minderjarige kinderen :
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2007 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2014 te [geboorteplaats] .
2.3.
De man heeft de minderjarigen erkend.
2.4.
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarigen.

3.De verzoeken

3.1.
De vrouw verzoekt nu, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
  • de ontbinding van het op [datum] 2014 te Kruiningen (gemeente Reimerswaal) gesloten geregistreerd partnerschap uit te spreken;
  • de tussen partijen getroffen onderlinge regelingen over de kinderen, zoals die in het ouderschapsplan zijn opgenomen, onderdeel uit te laten maken van de te geven beschikking;
  • de tussen partijen getroffen onderlinge regelingen uit het convenant onderdeel uit te laten maken van de te geven beschikking.
3.2.
De man refereert zich aan het verzoek van de vrouw tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap en verzoekt, bij wijze van zelfstandig verzoek en na aanvulling
,
  • het door partijen ondertekende ouderschapsplan aan de in dezen te geven beschikking te hechten en te bepalen dat de inhoud van het ouderschapsplan deel uitmaakt van die beschikking;
  • in de af te geven beschikking op te nemen dat het saldo op de bestaande bankrekeningen ten name van de kinderen zal worden overgeboekt naar de nieuw te openen bankrekeningen ten name van de kinderen.
  • het door partijen ondertekende convenant aan de in dezen te geven beschikking te hechten en te bepalen dat de inhoud van het convenant deel uitmaakt van die beschikking.

4.De beoordeling

4.1.
Bij F9-formulier van 7 oktober 2024 is namens de vrouw bericht dat partijen overeenstemming hebben bereikt. Gelet op de overeenstemming wijzigt de vrouw haar verzoeken op de wijze zoals hiervoor onder 3.1. is weergegeven. Verder verzoekt de vrouw de zaak schriftelijk af te doen.
4.2.
Bij F9-formulier van 7 oktober 2024 is namens de man bevestigd dat partijen overeenstemming hebben bereikt. De man verzet zich niet tegen de verzoekswijzigingen van de wederpartij en verzoekt de procedure als zodanig af te handelen.
4.3.
Uit voormelde F9-formulieren volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de ontbinding van het geregistreerd partnerschap. Deze overeenstemming komt de rechtbank niet ongegrond voor en zal op onderstaande wijze worden toegewezen.
4.4.
Gelet op de door partijen bereikte overeenstemming, gaat de rechtbank er vanuit dat de man zijn zelfstandige verzoeken heeft bedoeld in te trekken, waardoor deze verzoeken niet meer kunnen worden onderzocht en zullen worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
spreekt uit de ontbinding van het geregistreerd partnerschap tussen partijen, op [datum] 2014 te Kruiningen geregistreerd;
5.2.
bepaalt dat de onderlinge regelingen uit het aangehechte en door de griffier gewaarmerkt convenant en ouderschapsplan deel uitmaken van deze beschikking;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Hendriks, en, in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink, griffier, in het openbaar uitgesproken op 8 november 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.