Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 29 september 2023 onder klager in beslag is genomen een geldbedrag ter hoogte van € 5.700,30 (hierna te noemen: het geldbedrag);
- het klaagschrift, ingediend op 15 december 2023 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van het Openbaar Minsterie; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).