Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 9.281,54, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de aantekening van het mondelinge vonnis van de politierechter van 20 februari 2023 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie.
2.De beoordeling
€ 9.281,54is in het oordeel van de rechtbank in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de uitleg van de advocaat en zal het gehele bedrag toekennen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 9.961,54zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Singel Advocaten te Breda, onder vermelding van “[verzoeker] / OM”.