Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 1.620,19, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 19 mei 2023;
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie.
2.De beoordeling
€ 1.620,19is in het oordeel van de rechtbank in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de uitleg van de advocaat en zal het gehele bedrag toekennen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 2.300,19, zal worden overgemaakt op [rekeningnummer], ten name van Stichting Beheer Derdengelden Advocatenkantoor mr. Ciçek, onder vermelding van “[verzoeker]”.