Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 23 km per uur boven de toegestane snelheid op de autosnelweg A58 te Roosendaal op 12 februari 2023. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 12 december 2024 is de zaak behandeld. De gemachtigde van de betrokkene, verbonden aan Verkeersboete.nl, heeft aangevoerd dat de mededeling over de mogelijkheid tot horen onvoldoende was en dat er sprake was van een schending van het gelijkheidsbeginsel. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, heeft verzocht om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen, maar ook aangevoerd dat er geen structurele schending was en dat de gedraging correct was vastgesteld met een goedgekeurd meetmiddel.
De kantonrechter heeft overwogen dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van deze verklaring. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier L.I.M. Appels.