Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 5 km per uur harder dan toegestaan op de autosnelweg A58 te Roosendaal op 16 januari 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde had een beroepschrift ingediend waarin werd aangevoerd dat de betrokkene niet het voertuig bestuurde ten tijde van de overtreding.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, heeft het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren, onderbouwd met bewijs uit het dossier, waaronder een foto van de gedraging. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging en dat er geen specifieke feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die aan de juistheid van deze verklaring twijfelen.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht is opgelegd en dat er geen reden is om de boete te matigen. Het beroep is ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.