In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 5 km per uur harder dan toegestaan op de autosnelweg A58 te Roosendaal op 9 februari 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De officier van justitie was vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant en een foto van de overtreding. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk is voor de gedraging en dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, maar heeft wel bepaald dat de verhoging van de boete die op 1 september 2023 was opgelegd, komt te vervallen. Tevens is de officier van justitie opgedragen om het bedrag van € 18,- dat de betrokkene aan verhoging heeft betaald, terug te betalen.
De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.