ECLI:NL:RBZWB:2024:9498

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 december 2024
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
10720103 \ MB VERZ 23-329
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden 15 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom op de Markiezaatsweg te Bergen op Zoom op 18 september 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 12 december 2024 heeft de kantonrechter de zaak behandeld. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij de snelheid niet heeft overschreden en dat het bewijs van de verbalisant niet relevant is, omdat het om een andere datum en tijdstip gaat dan vermeld in de boete. Betrokkene voegde hieraan toe dat hij moest afremmen voor een stoplicht dat op rood stond, waardoor het volgens hem vrijwel onmogelijk was om te hard te rijden.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar de inconsistenties in de gegevens van de verbalisant. De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden, omdat de onderbouwing voor de snelheidsovertreding ontbreekt. Daarom heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, de beschikking van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het betaalde bedrag van € 151,- aan betrokkene moet worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 10720103 \ MB VERZ 23-329
CJIB-nummer : 5062 5422 5249 9889
uitspraakdatum : 12 december 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 december 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 15 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom (Verkeersbord A1) op de Markiezaatsweg te Bergen op Zoom op 18 september 2022 om 20:20 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt dat hij niet de snelheid zou hebben gereden die volgens de verbalisant is gemeten. Het bewijs wat de verbalisant heeft aangedragen behoort niet tot de zaak van betrokkene. Het gaat namelijk om een andere datum en tijdstip dan op de foto van verbalisant. Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij moest afremmen voor een stoplicht dat op rood stond. Bij staandehouding heeft betrokkene verklaard dat het vrijwel onmogelijk was om te hard te rijden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant heeft in het zaakoverzicht een andere datum en tijdstip opgenomen. De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht de betrokkene het voordeel van de twijfel te geven.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat de onderbouwing ontbreekt dat betrokkene te hard heeft gereden.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 151,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken 12 december 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: