Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden 15 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom op de Markiezaatsweg te Bergen op Zoom op 18 september 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 12 december 2024 heeft de kantonrechter de zaak behandeld. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij de snelheid niet heeft overschreden en dat het bewijs van de verbalisant niet relevant is, omdat het om een andere datum en tijdstip gaat dan vermeld in de boete. Betrokkene voegde hieraan toe dat hij moest afremmen voor een stoplicht dat op rood stond, waardoor het volgens hem vrijwel onmogelijk was om te hard te rijden.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar de inconsistenties in de gegevens van de verbalisant. De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden, omdat de onderbouwing voor de snelheidsovertreding ontbreekt. Daarom heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, de beschikking van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het betaalde bedrag van € 151,- aan betrokkene moet worden terugbetaald.