ECLI:NL:RBZWB:2024:9550

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
10984797 \ MB VERZ 24-180 - 11012512 \ MB VERZ 24-222
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren zonder vergunning en ontheffing

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. De gedragingen vonden plaats op 6 december 2022 en 11 maart 2023 in de van de Spiegelstraat te Goes. De betrokkene stelde dat hij in een overmachtssituatie verkeerde, omdat zijn elektrische auto zonder accu kwam te staan en er geen laadpalen beschikbaar waren in zijn zone. Hij beweerde toestemming te hebben gekregen van een beleidsmedewerker van de gemeente Goes om zijn auto tijdelijk buiten zijn eigen zone op te laden.

De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze, verklaarde het beroep ongegrond. Tijdens de zitting op 13 december 2024 was de betrokkene en zijn gemachtigde niet aanwezig. De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bleek dat de gedragingen waarvoor de boetes waren opgelegd, daadwerkelijk hadden plaatsgevonden. De kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was dat de gemeente toestemming had verleend voor het parkeren buiten de eigen zone. De kantonrechter wees het verzoek om de boetes te matigen af en verklaarde de beroepen ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

De uitspraak werd gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10984797 \ MB VERZ 24-180 - 11012512 \ MB VERZ 24-222
CJIB-nummer : 1062 5422 5496 5224
3062 5422 5667 2408
uitspraakdatum : 13 december 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Gemachtigde heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaken zijn behandeld op de zitting van 13 december 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedragingen waarvoor de boetes zijn opgelegd luiden, kort omschreven:
- parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig op de van de Spiegelstraat te Goes op 6 december 2022 om 11:55 uur.
- parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (bord E9) zonde vergunning voor dat voertuig op de van de Spiegelstraat te Goes op 11 maart 2023 om 12:20 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene is in het bezit van een elektrische auto en zijn accu was leeg. Er waren op dat moment in zijn zone geen laadpalen beschikbaar. Middels telefonische afstemming van de beleidsmedewerker van de gemeente Goes had betrokkene toestemming, om buiten zijn eigen zone, zijn auto op te laden. Betrokkene stelt een bewonersvergunning te hebben voor zone “oost”. Ten tijde van de gedraging had betrokkene zijn auto in zone “zuid” aan de laadpaal gezet. Zijn vriendin was vergeten een bief met toelichting achter de voorruit te leggen. De locatie waar de boete is uitgeschreven heeft geen hoge parkeerdruk, dus het is goed mogelijk tijdelijk buiten de eigen zone te parkeren. Gemachtigde voert aan dat betrokkene in een overmachtssituatie verkeerde aangezien er feiten en omstandigheden worden aangevoerd op grond waarvan aannemelijk kan worden dat de bestuurder onder de gegeven omstandigheden niet anders heeft kunnen handelen dan hij heeft gedaan. Betrokkene heeft toestemming gekregen van een beleidsmedewerker van de gemeente Goes, om daar tijdelijk zijn auto op te mogen laden, wegens een tekort aan laadpalen. De desbetreffende verbalisant is derhalve ook op de hoogte gesteld over de situatie, maar heeft alsnog ervoor gekozen om de beschikking uit te schrijven. Gemachtigde verzoekt de sanctie te vernietigen en om een proceskostenvergoeding, op eigen rekening, toe te kennen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene geeft aan, van de betreffende gemeente, telefonisch toestemming te hebben gekregen om zijn voertuig op die plek op te laden. In de tweede zaak van betrokkene zit een aanvullend proces-verbaal waaruit blijkt dat er vanuit de gemeente geen toestemming is gegeven en dat dit verder ook niet bij hen bekend is. Indien de gemeente betrokkene toestemming had gegeven, was dat geuit in een ontheffing. De zittingsvertegenwoordiger stelt dat het niet aannemelijk is dat betrokkene dit mocht doen en dat betrokkene had moeten wachten totdat er een eigen laadpaal in zijn buurt beschikbaar was.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedragingen waarvoor de boetes zijn opgelegd, zijn verricht. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter stelt vast dat er niet is gebleken dat de betreffende gemeente aan betrokkene toestemming had verleend. Indien betrokkene toestemming van de gemeente had gekregen, was dat geregeld via een ontheffing. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boetes te matigen. De kantonrechter stelt vast dat het niet aannemelijk is dat betrokkene dit mocht doen en dat betrokkene had moeten wachten totdat er een eigen laadpaal in zijn buurt beschikbaar was.
De beroepen worden daarom ongegrond verklaard.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter verklaart:
- de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: