Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. De gedragingen vonden plaats op 6 december 2022 en 11 maart 2023 in de van de Spiegelstraat te Goes. De betrokkene stelde dat hij in een overmachtssituatie verkeerde, omdat zijn elektrische auto zonder accu kwam te staan en er geen laadpalen beschikbaar waren in zijn zone. Hij beweerde toestemming te hebben gekregen van een beleidsmedewerker van de gemeente Goes om zijn auto tijdelijk buiten zijn eigen zone op te laden.
De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze, verklaarde het beroep ongegrond. Tijdens de zitting op 13 december 2024 was de betrokkene en zijn gemachtigde niet aanwezig. De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bleek dat de gedragingen waarvoor de boetes waren opgelegd, daadwerkelijk hadden plaatsgevonden. De kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was dat de gemeente toestemming had verleend voor het parkeren buiten de eigen zone. De kantonrechter wees het verzoek om de boetes te matigen af en verklaarde de beroepen ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenvergoeding.
De uitspraak werd gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.