ECLI:NL:RBZWB:2024:9558

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2024
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
11187100 \ MB VERZ 24-836
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op de Houtmarkt in Breda. De gedraging vond plaats op 17 februari 2023, waarbij de betrokkene en zijn gemachtigde, die voor de eerste keer in Breda waren, stelden dat zij niet op de hoogte waren van de geslotenverklaring. Ze waren in de stad om klusmaterialen af te zetten voor een nieuw te openen winkel en dachten goed geïnformeerd te zijn door collega-ondernemers. Na het passeren van de lijn werden zij tegengehouden en keerden zij direct om.

De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de gemachtigde het beroep bij de kantonrechter aanvoerde. Tijdens de zitting was de gemachtigde niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en heeft de kantonrechter verzocht het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende is aangetoond aan de hand van de stukken in het dossier, waaronder een foto. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene zelf verantwoordelijk is voor het tijdig oriënteren op de verkeersborden en dat het negeren van de geslotenverklaring voor eigen rekening en risico komt.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde boete terecht was. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11187100 \ MB VERZ 24-836
CJIB-nummer : 8062 5422 5641 7485
uitspraakdatum : 27 december 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 27 december 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mevrouw [naam] (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12 op de Houtmarkt (richting Karnemelkstraat) te Breda op 17 februari 2023 om 11:44 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Gemachtigde en betrokkene waren voor de eerste keer in Breda in verband met een nieuw te openen winkel. Zij zouden klusmaterialen afzetten en vervolgens elders parkeren. Zij dachten door collega ondernemers goed te zijn geïnformeerd. Nadat zij de lijn waren gepasseerd, hielden mensen hen tegen met de boodschap dat er niet in de geslotenverklaring mocht worden gereden. Betrokkene en gemachtigde zijn daarna direct omgekeerd. De winkel in Breda is na drie maanden weer gesloten, omwille van criminelen en hun eigen veiligheid. Alles voelt heel onrechtvaardig, verdrietig en onmachtig.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Alle stukken bevinden zich in het dossier, waardoor de gedraging kan worden vastgesteld. Daarbij ontkent gemachtigde de gedraging ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. De zittingsvertegenwoordiger begrijpt dat er geen sprake is van opzet, maar ziet op basis van het verhaal van betrokkene geen aanleiding om de sanctie te matigen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de foto - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd onvoldoende informatie om de boete te matigen. De kantonrechter stelt vast dat een weggebruiker een eigen verantwoordelijkheid heeft om zichzelf tijdig te oriënteren en daarbij op de betreffende bebording te letten. Dat betrokkene de geslotenverklaring heeft genegeerd komt voor eigen rekening en risico.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: