Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Het verzoek
3.De standpunten
4.De beoordeling
- beperken van de bewegingsvrijheid;
4.Beslissing
- beperken van de bewegingsvrijheid;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 15 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had verzocht om wijziging van de zorgmachtiging die eerder op 3 april 2023 was afgegeven. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. Z. Yeral, aanwezig waren, evenals verpleegkundigen die de situatie van de betrokkene toelichtten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige zorgmachtiging niet langer volstaat en dat er sprake is van een (dreigende) noodsituatie, zoals bedoeld in artikel 8:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene heeft aangegeven dat hij de verplichte zorg als te beperkend ervaart, maar de rechtbank oordeelt dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging noodzakelijk is om de veiligheid van de betrokkene en de maatschappij te waarborgen. De rechtbank heeft de zorgvormen uitgebreid met het beperken van de bewegingsvrijheid, het uitoefenen van toezicht, en het opnemen in een accommodatie, voor de duur van de zorgmachtiging tot en met 3 april 2024.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorgvormen evenredig, effectief en veilig zijn. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Willemsen en schriftelijk uitgewerkt op 22 januari 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.