Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 10 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1936. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 5 januari 2024. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de cliënt, zijn zoon, en zorgprofessionals aanwezig waren. De cliënt vertoonde aanvankelijk verward gedrag en had last van hallucinaties, maar tijdens de behandeling bleek dat hij zich openstelde voor de geboden zorg en ondersteuning. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bereidheid was bij de cliënt om mee te werken aan de zorg, waardoor het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling werd afgewezen. De burgemeester van Breda had eerder op 4 januari 2024 een last tot inbewaringstelling afgegeven, maar de rechtbank concludeerde dat er nu een minder bezwarend alternatief beschikbaar was. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter Pellikaan en is op 22 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt.