Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 23 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 19 januari 2024 opgelegde crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1990, die momenteel verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en verschillende medische professionals aanwezig waren. De betrokkene gaf aan dat hij zich niet veel kon herinneren van de crisisopname, maar dat hij dankzij de geboden zorg verbetering ervoer. De arts-assistent en psychiater bevestigden dat de betrokkene aanvankelijk onrustig en agressief was, maar dat er inmiddels verbetering was opgetreden. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, aangezien de betrokkene bereid was om vrijwillig zorg te accepteren voor een korte periode.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de betrokkene leed aan een psychische stoornis die dreigend ernstig nadeel kon veroorzaken. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene niet verzet tegen de noodzakelijke zorg en dat de verzoeken van de officier van justitie niet konden worden ingewilligd. De rechtbank wees het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.