Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 23 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1932. Het verzoek is ingediend vanwege de ernstige toestand van de cliënt, die lijdt aan dementie in een gevorderd stadium. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om adequaat voor zichzelf te zorgen en dat de geboden zorg door haar kinderen en externe hulp niet langer voldoende is. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 januari 2024 is de cliënt, bijgestaan door haar advocaat, gehoord, evenals haar kinderen en een zorgaanbieder. De cliënt heeft aanvankelijk verzet getoond tegen opname, maar tijdens de behandeling gaf zij aan daar nu niet meer tegen te zijn. De rechtbank concludeert dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en verleent daarom de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 23 juli 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Jong en is op 31 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt.