ECLI:NL:RBZWB:2024:973
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Phillips
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 29 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek om zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie ten aanzien van een betrokkene, geboren in 1970, die op dat moment in een problematische situatie verkeerde met betrekking tot haar huwelijk en gezin. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 29 januari 2024 gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat, een psychiater en een zorgverlener van het FACT team aanwezig waren. De betrokkene gaf aan dat het beter met haar ging en dat zij de ambulante zorg van het FACT team als een steun ervoer, maar dat zij niet langer onder verplichte zorg wilde vallen.
De psychiater benadrukte dat er in het verleden sprake was van psychotische decompensatie en dat verplichte zorg noodzakelijk was om een terugval te voorkomen. De advocaat van de betrokkene voerde echter aan dat er momenteel geen reden was voor verplichte zorg, aangezien er geen psychotische symptomen meer aanwezig waren en de betrokkene vrijwillig meewerkte aan de zorg.
Na beoordeling van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling concludeerde de rechtbank dat de betrokkene in de maanden voorafgaand aan de zitting een stijgende lijn vertoonde in haar geestelijke gezondheid. De rechtbank oordeelde dat niet voldaan werd aan de wettelijke criteria voor het verlenen van de gevraagde zorgmachtiging en wees het verzoek af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 2 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt.