ECLI:NL:RBZWB:2024:974

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
C/02/418079 / FA RK 24/219
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 29 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1979. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) vanwege de psychische stoornis van de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt van zijn stoornis, wat leidt tot ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de betrokkene, zijn advocaat, een verpleegkundig specialist en een huisarts in opleiding aanwezig. De betrokkene toonde bereidheid om mee te werken aan de behandeling, maar er waren zorgen over de noodzaak van verplichte zorg, vooral met betrekking tot medicatietoediening en medische controles. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De overige verzochte zorgvormen zijn afgewezen, omdat de noodzaak daarvan onvoldoende is onderbouwd. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 2 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/418079 / FA RK 24/219
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 29 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Timmermans-Roelands te Bergen op Zoom.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 16 januari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 11 januari 2024;
- de medische verklaring van 10 januari 2024;
- een zorgplan van 4 januari 2024;
- een zorgkaart van 4 januari 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 januari 2024, in de accommodatie van FACT GGz Breburg, [locatie] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , verpleegkundig specialist, tevens waarnemend SPV;
- mevrouw [naam 2] , huisarts in opleiding.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij begrijpt dat hij voor de psychiatrische problematiek waarmee hij kampt zorg, waaronder medicatie, nodig heeft en dat daarom een zorgmachtiging wordt verzocht. Hij werkt daaraan mee voor zover die zorg niet al te dwangmatig van aard is. Zo stond hij aanvankelijk niet open voor het meewerken aan bloedprikcontroles, maar daar kijkt hij nu anders tegenaan. Ook vindt betrokkene het geen probleem om supplementen te slikken om ervoor te zorgen dat zijn foliumzuur gehalte omhoog gaat. Hij functioneert naar behoren met de huidige dosering medicatie. Hij heeft daarnaast nog andere problematiek die niet door middel van medicatie toediening valt aan te pakken. Ook heeft hij nog erg veel last van zaken die hem persoonlijk raken, waaronder identiteitsfraude. Daarover is meermalen door hem melding gedaan bij de betreffende autoriteiten, maar daarop wordt tot dusver niet gereageerd. Zijn problematiek en persoonlijke omstandigheden zorgen er voor dat hij in de maatschappij niet adequaat kan functioneren of dat hij zich op andere wijze nuttig kan maken, zoals door middel van het verrichten van vrijwilligerswerk. Voor hem en voor andere personen die in dezelfde situatie verkeren zou daarom eigenlijk geregeld moeten worden dat zij op een apart terrein kunnen verblijven. Betrokkene is gestopt met het gebruik van cocaïne. Hij is nu ruim twee weken clean. Hij benadrukt ten slotte dat hij ondanks zijn problematiek niet zomaar zou overgaan tot het plegen van suïcide.
3.2
De verpleegkundig specialist brengt naar voren dat de medicatietoediening dagelijks plaatsvindt en gecontroleerd voor zover het de doordeweekse momenten van toediening betreft. Betrokkene werkt daar goed aan mee. Voor een optimale werking zou de dosering moeten worden verhoogd, zij het dat betrokkene daar niet mee instemt. Daarbij komt dat medische (bloedspiegel)controles noodzakelijk zijn gebleken omdat bij betrokkene van een extreem laag foliumzuurgehalte sprake is. Dit in combinatie met de psychiatrische problematiek zorgt voor een vergroot risico op nieuwe ontregeling. In dat verband benoemt hij meer specifiek de waanbeelden en paranoïde angsten waardoor het leven van betrokkene nog steeds volledig wordt beheerst. Bij elkaar genomen concludeert hij dat hij tevreden is over de samenwerking met betrokkene, maar dat desondanks de behandeling nog niet verloopt zoals beoogd. Om dit te bereiken zal er nog verder aan het onderlinge vertrouwen gewerkt moeten worden. Hij kan daarom achter het verzoek en de daarin genoemde zorgvormen staan. Daarbij wijst hij erop dat op dit moment een opname weliswaar niet voorzienbaar is, maar dat zich vorig jaar wel eenmalig een situatie heeft voorgedaan waarin een kortdurende opname noodzakelijk was. Hij zegt ten slotte toe dat er serieus zal worden gekeken naar de wens van betrokken betreffende een vorm van begeleid wonen.
3.3
De huisarts in opleiding sluit zich aan bij hetgeen door de verpleegkundig specialist naar voren is gebracht. Aanvullend merkt zij op dat indien betrokkene aan de behandeling en medische controles volledig meewerkt zij mogelijkheden ziet voor behandeling van het foliumzuurgehalte door middel van het toedienen van supplementen.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat betrokkene zich herkent in het in de medische verklaring geschetste ziektebeeld, zij het uitsluitend voor zover daarin is opgenomen dat bij hem van een schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen sprake is. Er is geen sprake van dagelijkse zucht bij betrokkene en hij is sinds twee weken clean, wat inhoudt dat van de aanwezigheid van middel gerelateerde en verslavingsstoornissen niet meer kan worden gesproken. Namens betrokkene verzoekt zij daarom voor wat betreft zijn psychische stoornis dit onderdeel niet over te nemen. Waar het voorliggend verzoek ziet op het door de psychische stoornis veroorzaakt ernstig nadeel wordt dit door betrokkene onderkend, zij het niet voor zover dit ziet op het risico op levensgevaar. Ten aanzien van de overige in de medische verklaring genoemde onderdelen wenst zij zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
Zij onderschrijft dat er op dit moment onvoldoende mogelijkheden zijn voor het bieden van passende zorg op vrijwillige basis. In dat verband wijst zij erop dat afspraken met de zorgverlening door betrokkene consequent worden nageleefd, maar dat er over het medicatiegebruik nog regelmatig onderhandeld dient te worden en dit maakt dat in zoverre niet van voldoende vrijwilligheid kan worden gesproken.
Zij kan er daarom mee instemmen dat het toedienen van medicatie als verplichte zorgvorm deel uitmaakt van de zorgmachtiging. Het toedienen van vocht en voeding als verplichte zorgvorm moet worden afgewezen. Dit geldt eveneens voor het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie, nu niet is gebleken dat deze zorgvormen in verplichte vorm op dit moment voorzienbaar zijn, of subsidiair te worden toegewezen voor een periode van maximaal twee weken per keer. Tot slot kan het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen worden afgewezen, aangezien betrokkene afspraken met de ambulante zorgverlening consequent nakomt en die zorg daarom in een vrijwillig kader kan blijven doorlopen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene kampt met waanbeelden en paranoïde angsten die hem zodanig belemmeren in zijn functioneren, dat hij geen aansluiting vindt bij de samenleving en hij veelvuldig een beroep doet op anderen, met name zijn ouders, die daardoor overbelast zijn geraakt.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene laat een grote mate van bereidheid zien om consequent aan de noodzakelijke behandeling mee te (blijven) werken en afspraken na te komen. Daarin heeft betrokkene positieve stappen gezet en dat is knap. Echter is gebleken dat dit nog in onvoldoende mate geldt voor de medicatie toediening, het verrichten van medische controles en ambulante begeleiding. Om die reden is op al deze vlakken verplichte zorg nog nodig. Daaraan doet niet af dat de behandelaar wordt verzocht in geval van een mogelijk opvolgend verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging kritisch te beoordelen of ambulante begeleiding ook in het vrijwillig kader mogelijk is. Zeker nu betrokkene heeft aangegeven dat hij zijn toekomst ziet op een terrein of andere vorm van begeleid wonen.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
Het verzoek zal voor zover het de overige verzochte zorgvormen betreft worden afgewezen,
nu de noodzaak daarvan onvoldoende is onderbouwd.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 januari 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 2 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.