ECLI:NL:RBZWB:2024:978
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- J. van Dun
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 5 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was eerder opgelegd door de burgemeester van Breda op 31 januari 2024, naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, geboren in 1979 en momenteel verblijvende in een GGZ-instelling, had een turbulente periode doorgemaakt met veel geweld, wat leidde tot haar opname. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2024 waren de betrokkene, haar advocaat mr. V.C. Andeweg, en zorgverleners aanwezig. De betrokkene gaf aan dat zij bereid was om vrijwillig mee te werken aan de noodzakelijke zorg, wat door haar behandelaar werd ondersteund. De verpleegkundig specialist stelde echter dat er geen noodzaak meer was voor de voortzetting van de crisismaatregel, gezien de bereidheid van de betrokkene om in een vrijwillig kader zorg te ontvangen.
De rechtbank heeft de wettelijke vereisten voor de voortzetting van de crisismaatregel beoordeeld. Het bleek dat de betrokkene zich niet meer verzette tegen de noodzakelijke zorg, waardoor niet voldaan werd aan de voorwaarden voor de crisismaatregel. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. J. van Dun en is op 9 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt.