Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2] B.V.,
[gedaagde 3] B.V.,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 20 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van eiseres,
- de pleitnota van gedaagden.
2.De feiten
- Op 30 september 2022 is tussen partijen een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning [adres] te [plaats 1] , met eiseres als koper en gedaagden als verkoper.
- De koopovereenkomst bevat onder artikel 20, met als omschrijving Nadere Gebreken, de navolgende bepaling:
van de volgende gebreken/lekkages;Hemelwaterafvoer/goot lekt;Dak achterzijde woonhuis ter hoogte van dakkapel lekt;Dak voorzijde lekt zichtbaar op de zolderverdieping;Verkoper zal zorgdragen voor herstel van zojuist vermelde lekkages. Ook zal hij zorgdragen voor het repareren van de voordeur. Deze werkzaamheden zullen voor uiterlijk 28 oktober2022
worden uitgevoerd. Er zal een garantietermijn van 3 maanden van toepassing zijn. Deze termijn gaat in zodra de reparatiewerkzaam-heden voltooid zijn.
- De woning is op 28 oktober 2022 aan eiseres geleverd.
- Eiseres heeft de ruimten in de woning verhuurd aan vier huurders.
- Eiseres heeft op 20 november 2022 voor de eerste keer bij gedaagden, in de persoon van [naam] (hierna: [naam] ), gemeld dat het dak lekt. Naar aanleiding van deze melding heeft [aannemer] in opdracht van gedaagden een reparatie uitgevoerd aan het dak. Op 21 december 2022 heeft eiseres aan [naam] bericht dat het dak nog steeds lekt, waarna [aannemer] op 18 januari 2023 nogmaals een reparatie aan het dak heeft uitgevoerd.
- In de periode 21 februari 2022 - 13 december 2022 is door eiseres herhaaldelijk bij [naam] gemeld dat het dak lekt en zijn in opdracht van gedaagden diverse reparatiewerkzaamheden aan het dak verricht.
- Het dak lekt nog steeds.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 1.079,00