ECLI:NL:RBZWB:2024:981

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 januari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
C/02/417495 / FA RK 23/6080
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 15 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1975. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) vanwege de ernstige psychische toestand van de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en depressieve-stemmingsstoornissen, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De betrokkene heeft eerder suïcidale uitingen gedaan en weigert mee te werken aan ambulante behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat van de betrokkene en leden van de crisisdienst. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden. De rechtbank heeft de overige verzochte zorgvormen afgewezen, omdat daarvoor geen noodzaak bestond. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Willemsen en is op 22 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/417495 / FA RK 23/6080
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 15 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] , [land] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. F.J. Koningsveld te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 december 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 december 2023;
- de medische verklaring van 20 december 2023;
- een zorgplan van 29 november 2023;
- een zorgkaart;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 januari 2024, aan voormeld adres.
1.3
Betrokkene heeft tijdens een kort contactmoment met de behandelend rechter desgevraagd medegedeeld dat zij niet aan de mondelinge behandeling wil deelnemen en dat zij een doodswens heeft.
1.4
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- de heer [naam 1] , echtgenoot van betrokkene;
- de heer [naam 2] , crisisdienst Ggz Breburg;
- mevrouw [naam 3] , crisisdienst Ggz Breburg;
Tevens waren aanwezig maar zijn niet gehoord:
- de heer [naam 4] , vader van betrokkene;
- een advocaat/stagiaire.
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Mevrouw [naam 3] brengt naar voren dat de crisisdienst sinds 14 november 2023 betrokken is. Er waren op dat moment conflicten tussen betrokkene en haar echtgenoot. Betrokkene bleek in depressieve toestand te verkeren, zij kampte met psychotische belevingen, waaronder vergiftigingswanen en er was sprake van suïcidale uitingen. Tussen betrokkene en haar echtgenoot speelden al langere tijd relatieproblemen. Sinds de scheidingsmelding van haar echtgenoot is de toestand van betrokkene verslechterd en geeft zij in elk gesprek dat met haar wordt gevoerd aan dat zij dood wil. Betrokkene heeft eerder al een poging ondernomen om met behulp van een grote hoeveelheid Olanzepine een einde aan haar leven te maken.
Geprobeerd is om betrokkene te motiveren voor ambulante behandeling in een vrijwillig kader. Betrokkene weigert daaraan mee te werken. Dit geldt tevens voor het afnemen van bloedcontroles. Betrokkene leeft sinds de zomer van 2023 volledig geïsoleerd van de buitenwereld. Gezien haar actuele toestand wordt zij als wilsonbekwaam aangemerkt, nu zij op dit moment haar belangen niet zelfstandig kan waarnemen of daarvoor op kan komen. Gezien de weigering van betrokkene om aan ambulante behandeling mee te werken ziet zij geen andere optie dan de noodzakelijke behandeling verplicht en in klinische vorm te laten plaats vinden. Dit biedt tevens de mogelijkheid om door middel van observatie een beter zicht te krijgen op haar onderliggende problematiek. Over de te verwachten opnameduur kan zij op dit moment geen uitspraak doen. Zij kan daarom achter het voorliggend verzoek tot het verlenen van een machtiging verplichte zorg staan, zij het dat op dit moment geen noodzaak wordt gezien voor het toepassen van het toedienen van vocht en voeding en insluiten als verplichte zorgvormen.
3.2
De heer [naam 2] sluit zich aan bij hetgeen door mevrouw [naam 3] naar voren is gebracht.
3.3
De echtgenoot van betrokkene merkt op dat betrokkene in een overwegend passieve toestand verkeert en dat noch hijzelf noch de inwonende kinderen erin slagen met haar in contact te komen. Betrokkene belast bovendien anderen door het sturen van een enorme hoeveelheid berichtjes, met daarin kreten om hulp, wat tegenreacties tot gevolg heeft. Ook is het eetpatroon van betrokkene verstoord. Zij eet vaak niet, soms lepelt ze dan ineens een pot jam leeg. Kortdurend heeft ze dan last van hyperactiviteit. Gezien de onhoudbare situatie die is ontstaan ziet hij geen andere optie meer dan dat betrokkene klinische zorg in een verplicht kader geboden krijgt.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat betrokkene geen psychiatrische voor-geschiedenis heeft. Verder stelt hij vast dat de medische verklaring op een aantal punten niet of onvoldoende actueel is, maar dat de inhoud daarvan wel grotendeels past bij het huidige toestandsbeeld van betrokkene. Het is lastig gebleken om in contact te komen met client. Uit het voorgesprek is hem in elk geval gebleken dat betrokkene de zorg, zoals in het voorliggend verzoek vermeld niet nodig vindt, nu zij zelf wenst te bepalen hoe zij haar leven inricht. De advocaat legt aan de behandelaar voor of client wilsbekwaam is, de behandelaar geeft aan dat daar geen sprake van is. Gelet op wat betrokkene aangeeft verzoekt hij namens haar primair het voorliggend verzoek af te wijzen. In het geval dat de rechtbank anders mocht oordelen verzoekt hij - bij wijze van subsidiair standpunt - het toedienen van vocht en voeding en insluiten als verplichte zorgvormen af te wijzen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen, depressieve-stemmingsstoornissen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan hetgeen daarover in de medische verklaring is opgenomen. Weliswaar is de medische verklaring niet zeer actueel, ter zitting blijkt dat er nog steeds sprake is van een soortgelijk toestandsbeeld.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Geprobeerd is door het bieden in een vrijwillig kader van ambulante zorg - waaronder medische controles en medicatie toediening - tot behandeling van betrokkene te komen, bedoeld om het hiervóór beschreven ernstig nadeel af te wenden. Echter werkt betrokkene daar niet aan mee. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige
verzochte zorgvormen, nu voor het afgeven van een machtiging in zoverre geen noodzaak
bestaat.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] , [land] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 juli 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Willemsen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 22 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.