Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 23 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt, geboren in 1997. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van de zorgbehoefte van de cliënt, die lijdt aan een verstandelijke handicap en een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt, die momenteel verblijft in een crisisvoorziening, zich verzet tegen de noodzakelijke zorg en begeleiding. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn mentor, zorgverantwoordelijke en begeleiders. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt, en dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor een periode van vier maanden, tot en met 23 mei 2024, met de mogelijkheid om na deze termijn opnieuw te toetsen of de zorg en begeleiding adequaat zijn. De rechtbank benadrukt het belang van een geschikte vervolgplek voor de cliënt, waarbij zorgvuldigheid en voortvarendheid in de besluitvorming essentieel zijn.