ECLI:NL:RBZWB:2025:1016

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
24 februari 2025
Zaaknummer
C/02/431911 JE RK 25-269
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Pellikaan
  • mr. Felix
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstig grensoverschrijdend gedrag

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2025 een spoedmachtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, die zich ernstig grensoverschrijdend gedraagt. De minderjarige, die op dat moment in een open behandelsetting verbleef, vertoonde agressief gedrag en onttrok zich aan het gezag van de groepsleiding. De kinderrechter oordeelde dat het verblijf op de open groep niet langer veilig was voor de minderjarige en zijn groepsgenoten. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder een mondeling verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) en een instemmende verklaring van een gedragswetenschapper. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmerden. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging verleend voor de duur van twee weken, met de mogelijkheid tot verlenging, en heeft een mondelinge behandeling van het resterende deel van het verzoek gepland. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige en zijn omgeving, gezien de zorgelijke omstandigheden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/431906 JE RK 25-266 (spoed 13 februari 2025)
C/02/431908 JE RK 25-267 (regulier)
C/02/431911 JE RK 25-269 (spoed 14 februari 2025)
Datum uitspraak: 13 februari 2025 (C/02/431906 JE RK 25-266 en C/02/431908 JE RK 25-267)
Datum uitspraak: 14 februari 2025 (C/02/431911 JE RK 25-269)
Beschikking van de kinderrechter over een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
WILLIAM SCHRIKKER JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2010 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats].

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
C/02/431906 JE RK 25-266 (spoed 13 februari 2025) en C/02/431908 JE RK 25-267 (regulier)
- het mondelinge verzoek van 13 februari 2025;
- een schriftelijke bevestiging van het mondelinge verzoek, ingekomen bij de griffie op 14 februari 2025.
C/02/431911 JE RK 25-269 (spoed 14 februari 2025)
- het verzoek met bijlagen, ingekomen bij de griffie op 14 februari 2025;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 14 februari 2025, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
1.2
Aan [minderjarige] is als advocaat toegevoegd: mr. I.A.C. Cools te Tilburg.

2.De feiten

2.1
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige].
2.2
Laatstelijk bij beschikking van 24 januari 2025 heeft de kinderrechter [minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI met ingang van 24 januari 2025 tot 24 januari 2026. Tevens heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] verleend in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder met ingang van 24 januari 2025 tot 24 januari 2026.
2.3
[minderjarige] verbleef op grond van voormelde machtiging in een open behandelsetting bij [jeugdzorg].

3.De verzoeken

C/02/431906 JE RK 25-266 (spoed 13 februari 2025) en C/02/431908 JE RK 25-267 (regulier)
3.1
De GI verzoekt een spoedmachtiging te verlenen om [minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken.
3.2
Aansluitend verzoekt de GI een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden.
C/02/431911 JE RK 25-269 (spoed 14 februari 2025)
3.3
De rechtbank begrijpt het schriftelijke verzoek van de GI van 14 februari 2025 als een nieuw spoedverzoek en als volgt:
De GI verzoekt een spoedmachtiging te verlenen om [minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken.
3.4
De gedragswetenschapper heeft ingestemd met voormeld spoedverzoek van de GI op basis van dossierstudie.

4.De beoordeling

Wat zegt de wet?
4.1
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdhulp noodzakelijk te zijn indien naar het oordeel van de kinderrechter:
a. jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren;
b. de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken; en
c. er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
4.2
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, derde lid, Jeugdwet, behoeft het verzoek de
instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper die de jeugdige met het oog
daarop kort tevoren heeft onderzocht, tenzij onderzoek feitelijk onmogelijk is.
4.2
Op grond van het bepaalde in artikel 800 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een beschikking betreffende een machtiging tot uithuisplaatsing aanstonds worden afgegeven, indien de mondelinge behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige.
C/02/431906 JE RK 25-266 (spoed 13 februari 2025) en C/02/431908 JE RK 25-267 (regulier)
4.4
De gedragswetenschapper heeft [minderjarige] op het moment van het mondelinge verzoek van 13 februari 2025 niet kunnen spreken, waardoor er ook geen instemmende verklaring kon worden overgelegd. Op grond daarvan heeft de kinderrechter het mondelinge spoedverzoek van 13 februari 2025 afgewezen en het reguliere verzoek tot een machtiging gesloten jeugdhulp aangehouden tot na te melden mondelinge behandeling.
C/02/431911 JE RK 25-269 (spoed 14 februari 2025)
4.5
Allereerst constateert de rechtbank dat zij op 14 februari 2025 een instemmende verklaring van de gedragswetenschapper heeft ontvangen op basis van dossierstudie. Uit het verzoek en de verklaring van de gedragswetenschapper leidt de rechtbank af dat het voor de gedragswetenschapper feitelijk onmogelijk was om [minderjarige] te kunnen spreken. [minderjarige] is op 14 februari 2025 op school gekomen, maar is weer vertrokken bij het zien van de jeugdbeschermer. De afspraak op school met de gedragswetenschapper heeft om die reden geen doorgang kunnen vinden. De gedragswetenschapper heeft vervolgens een instemmende verklaring afgegeven op basis van dossierstudie.
4.6
Uit het verzoek blijkt dat [minderjarige] sinds 24 januari 2025 op de [open groep] van [jeugdzorg] verblijft. Daar is gezien dat hij ernstig (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoont. Zo heeft er tussen [minderjarige] en een meisje van de groep seksueel grensoverschrijdend gedrag plaatsgevonden, waarbij dat meisje ten minste één keer heeft aangegeven dit niet te willen en [minderjarige] daarop heeft aangedrongen. In het verleden is er in de thuissituatie al sprake geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De moeder maakt zich al langere tijd zorgen over het seksuele gedrag van [minderjarige].
4.7
Op de open groep wordt gezien dat [minderjarige] niet ziet waar de grenzen liggen. Zo gaat hij bij groepsgenoten ongevraagd en zonder toestemming hun kamer binnen en daarin is hij niet te kaderen. [minderjarige] lijkt niet te zien waar de grenzen liggen en wat gepast (seksueel) gedrag is. Daarnaast onttrekt [minderjarige] zich aan het gezag van de begeleiding van de open groep. Hij onttrekt zich aan groeps- en begeleidingsmomenten, onttrekt zich in de avond en nacht en neemt daarin andere groepsgenoten mee.
4.8
Naar het oordeel van de kinderrechter zal voormeld grenzeloos gedrag, waarbij [minderjarige] zich niet aan laat sturen, op een andere open groep mogelijk ook plaatsvinden. Dit met alle gevolgen voor [minderjarige] en anderen van dien. [minderjarige] is immers meerdere malen over de grenzen van groepsgenoten heen gegaan, waarbij ook sprake was van agressief gedrag.
4.9
Volgens de GI is een verblijf van [minderjarige] op de open groep niet meer veilig. De kinderrechter sluit zich hierbij aan en ziet een gesloten setting als de meest passende oplossing om de bedreiging voor [minderjarige] en zijn groepsgenoten af te wenden. Daarnaast heeft [minderjarige], gelet op zijn problematiek, een duidelijke en vaste structuur nodig.
4.1
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat bij [minderjarige] sprake is van forse opgroei- en opvoedproblemen. De kinderrechter neemt hierbij in aanmerking dat [minderjarige] als gevolg van genoemde problematiek ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, terwijl hij zich ook aan noodzakelijke hulpverlening onttrekt. Hij accepteert geen gezag en lijkt de risico’s van zijn grensoverschrijdend handelen niet in te zien. Hoewel [minderjarige] op een open groep van [jeugdzorg] verblijft is zijn verblijf daar niet veilig.
4.11
De kinderrechter is op grond van de hiervóór beschreven, uiterst zorgelijke en verontrustende omstandigheden van oordeel dat een mondelinge behandeling van het verzoek niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige]. De kinderrechter neemt daarbij in aanmerking dat niet langer kan worden ingestaan voor zowel de veiligheid van [minderjarige] als de veiligheid van zijn omgeving.
4.12
De kinderrechter heeft zich ervan vergewist dat [minderjarige] op 14 februari 2025 door de gedragswetenschapper niet in persoon is gesproken. De kinderrechter heeft in het belang van [minderjarige] én zijn omgeving het spoedverzoek van 14 februari 2025 toegewezen, omdat een schriftelijke instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper op basis van een persoonlijk gesprek met [minderjarige], gelet op de zorgelijke en spoedeisende situatie niet kon worden afgewacht. Volledigheidshalve merkt de kinderrechter in dit kader nog op dat zij verwacht dat [minderjarige]
zo spoedig mogelijk alsnog door een gekwalificeerde gedragswetenschapper in persoon wordt gesprokenalsmede op basis van het gesprek met [minderjarige] een nieuwe verklaring afgeeft. De GI wordt verzocht deze verklaring zo spoedig mogelijk over te leggen, doch vóór de in het dictum te melden mondelinge behandeling.
4.13
De GI, [minderjarige] en zijn advocaat en de moeder worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde mondelinge behandeling van het resterende deel van het verzoek. In afwachting van deze mondelinge behandeling zal de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp (C/02/431911 JE RK 25-269), gelet op de zwaarte van de maatregel, voor de duur van twee weken worden verleend. Verdere beslissingen op het reguliere verzoek (C/02/431908 JE RK 25-267) zal de kinderrechter pas nemen nadat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
4.14
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De kinderrechter:
C/02/431906 JE RK 25-266 (spoed 13 februari 2025)
5.1
wijst het spoedverzoek af;
C/02/431911 JE RK 25-269 (spoed 14 februari 2025) en C/02/431908 JE RK 25-267 (regulier)
5.2
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp met ingang van 14 februari 2025 voor de duur van twee weken, zijnde tot 28 februari 2025, onder aanhouding van het overige deel van het verzoek in voormelde zaaknummers;
5.3
bepaalt dat de GI, [minderjarige] en zijn advocaat en de moeder zullen worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van
[datum] 2025 te [uur](bij kinderrechter mr. Pellikaan), in het gerechtsgebouw aan de Stationslaan 10 te Breda;
5.4
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproep voor die mondelinge behandeling voor de GI, [minderjarige] en zijn advocaat en de moeder;
5.5
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Ten aanzien van C/02/431906 JE RK 25-266 (spoed 13 februari 2025) en C/02/431908 JE RK 25-267 (regulier):
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2025 door mr. Felix, kinderrechter.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 februari 2025 door mr. Felix, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier.
Ten aanzien van C/02/431911 JE RK 25-269 (spoed 14 februari 2025):
Deze beschikking is gegeven door mr. Felix, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.