Op 26 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het dumpen van drugsafval en het bezit van een vuurwapen en munitie. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 12 februari 2025, waarbij de officier van justitie, mr. P.W.P. Emmen, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk vervoeren, storten en achterlaten van chemisch afval, afkomstig van de productie van synthetische drugs, op verschillende locaties in Zeeland op 25 april 2023. Daarnaast werd hij beschuldigd van het bezit van een omgebouwde revolver en 17 kogelpatronen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij het dumpen van het drugsafval, ondanks zijn ontkenning van actieve betrokkenheid. De rechtbank achtte de verklaringen van de verdachte niet geloofwaardig en concludeerde dat hij wel degelijk had bijgedragen aan de strafbare feiten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 14 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde dat de verdachte onttrokken aan het verkeer verklaarde voorwerpen, waaronder een revolver en munitie, moesten worden vernietigd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de gevolgen voor het milieu, evenals met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.