Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 8 km per uur te hard binnen de bebouwde kom. De officier van justitie had het beroep van betrokkene niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. Betrokkene stelde dat het beroepschrift tijdig was verzonden, maar de kantonrechter oordeelde dat de termijn van zes weken voor het indienen van beroep bij de officier van justitie was overschreden. De kantonrechter overwoog dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. Hierdoor werd het beroep ongegrond verklaard en werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van beroepschriften en de strikte naleving van de termijnen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.