Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. De gedraging vond plaats op 20 januari 2023 om 11:20 uur op de N282 Bredaseweg, kruising Zwartvenseweg te Tilburg. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene heeft aangevoerd dat de boete niet redelijk is gezien de omstandigheden, zoals gladheid door sneeuw. De betrokkene heeft verklaard dat hij probeerde te remmen, maar dat zijn voertuig door de gladde weg gleed. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat van een bestuurder verwacht mag worden dat hij anticipeert op een naderend verkeerslicht en zijn snelheid aanpast. De kantonrechter heeft overwogen dat de betrokkene onvoldoende heeft geanticipeerd op het verkeerslicht en dat de boete terecht is opgelegd.
De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.