ECLI:NL:RBZWB:2025:1097

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2025
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
11030562 MB VERZ 24-422
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Speekenbrink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Rijksweg A58 te Molenschot op 28 februari 2023. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden. De betrokkene stelde dat hij zijn telefoon wel had bediend, maar deze lag op zijn schoot en was niet vastgehouden.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter verklaard dat de verbalisant heeft vastgesteld dat de betrokkene al rijdend een mobiel elektronisch apparaat in zijn hand vasthield. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene geen specifieke feiten of omstandigheden had aangevoerd die aanleiding gaven om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter benadrukte dat het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het besturen van een voertuig verboden is, ongeacht de manier van gebruik.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 11030562 \ MB VERZ 24-422
CJIB-nummer : 3062 5422 5611 0608
uitspraakdatum : 17 januari 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 januari 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. I.M.E. van der Meijden (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Rijksweg A58 te Molenschot op 28 februari 2023 om 10:58 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene geeft aan dat hij zijn telefoon wel bediend heeft, maar niet vastgehouden. Zijn telefoon lag ten tijde van de vermeende gedraging op zijn schoot. Vanuit deze positie heeft betrokkene zijn telefoon gekoppeld met de bluetooth van het voertuig. Nu de telefoon van betrokkene op zijn schoot lag, is van vasthouden geen sprake. De gedraging kan hierdoor niet worden vastgesteld en de sanctie komt voor vernietiging in aanmerking. Voorts verzoekt gemachtigde een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant heeft in het zaakoverzicht verklaard dat de bestuurder al rijdend een mobiel elektronisch apparaat in zijn hand vasthield. De gedraging kan dan ook voldoende worden vastgesteld.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een mobiel elektronisch apparaat vasthouden tijdens het besturen van een voertuig mag nooit, ongeacht de manier van gebruik. De verboden gedraging behoort tot het risico van betrokkene.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: