Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring op de Brucknerlaan te Tilburg op 18 november 2022. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting heeft betrokkene, vergezeld door haar echtgenoot, aangevoerd dat zij op de pleegdatum niet in Tilburg was, maar in [woonplaats] en dat zij bewijsstukken had overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, verwijzend naar de bewijsstukken die door betrokkene zijn ingediend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De bewijsstukken, waaronder een museumjaarkaart en een bankafschrift, hebben voldoende aangetoond dat betrokkene en haar voertuig op de pleegdatum niet in Tilburg waren. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het betaalde bedrag van € 159,- aan betrokkene moet worden terugbetaald.