Uitspraak
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
woensdag 26 februari 2025 te 09.00 uurvoor conclusie van antwoord door [gedaagde];
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom op 29 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser uit Duitsland en een gedaagde B.V. De procedure is voortgekomen uit een verwijzing van de kantonrechter te Breda, die zich onbevoegd verklaarde om het geschil te behandelen. De gedaagde beroept zich op een arbitragebeding dat zou uitsluiten dat de gewone rechter bevoegd is. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het arbitragebeding als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt op basis van artikel 6:236 sub n BW. Dit betekent dat de kantonrechter zich bevoegd verklaart om het geschil te behandelen, ongeacht de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn. De kantonrechter heeft de vordering van de gedaagde tot onbevoegdheid afgewezen en deze in de proceskosten veroordeeld. De zaak is vervolgens verwezen naar een rolzitting voor het nemen van een conclusie van antwoord door de gedaagde. De beslissing is openbaar uitgesproken en de verdere beslissingen zijn aangehouden.