ECLI:NL:RBZWB:2025:1115

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 februari 2025
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
C/02/431409 / FA RK 25-524
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met bipolaire stoornis en verwaarlozing

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1941, die lijdt aan een bipolaire stoornis en ernstige verwaarlozing vertoont. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat betrokkene niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en er een risico bestaat op ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de behandelend arts en de zoon van betrokkene, die de noodzaak van verplichte zorg bevestigden. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, gezien het zorgmijdend gedrag van betrokkene. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, waarbij de maatregelen van beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie zijn toegewezen. De rechtbank concludeerde dat deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/431409 / FA RK 25-524
Datum uitspraak: 13 februari 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1941 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 31 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 februari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. C.E.J.E. Kouijzer;
  • de heer [naam 1] , specialist ouderengeneeskunde, behandelaar;
  • de heer [naam 2] , mentor en zoon van betrokkene.
1.3.
Tevens waren er een verpleegkundige en een coassistent aanwezig, deze zijn echter niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een voortzetting crisismaatregel verleend tot en met 24 februari 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging bij [accommodatie].

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat ze graag naar huis zou willen gaan. Ze is 83 jaar en het enige dat ze bij haar heeft is een mondharmonica. Het doet betrokkene verdriet dat ze niet meer kan werken.
4.2.
De behandelaar van betrokkene vertelt dat het onderzoek op het gebied van mogelijke neurocognitieve stoornissen nog niet heeft plaatsgevonden. De behandelaar verwacht dat het twee tot drie maanden duur voordat onderzoek is afgerond. Als daaruit blijkt dat een opname in het kader van de Wzd meer passend is, gaan er nog zes weken overheen voordat daarvoor een verzoek is ingediend. Tot het onderzoek heeft plaatsgevonden kan betrokkene enkel op grond van de Wvggz verplichte zorg krijgen, aangezien betrokkene bekend is met een bipolaire stoornis en manische depressiviteit. De laatste jaren is er sprake geweest van extreme verwaarlozing en vervuiling. De thuiszorg die betrokkene had, komt sinds november niet meer nadat deze door betrokkene op een agressieve manier het huis uit zijn gewerkt. Door een winkelverbod kwam betrokkene moeilijk aan eten en drinken. De vrijwilligheid van betrokkene om bij [accommodatie] te verblijven is niet consistent en kan van dag tot dag wisselen. Desgevraagd geeft de behandelaar aan dat de verplichte zorgvormen ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’ voldoende zijn om het ernstig nadeel af te wenden, net als bij de voortzetting crisismaatregel.
4.3.
De zoon van betrokkene onderschrijft het wisselende karakter van de vrijwilligheid van zijn moeder. De zoon ziet de laatste vijf jaar achteruitgang bij zijn moeder. Zij kan niet meer adequaat handelen.
4.4.
De advocaat van betrokkene geeft aan dat aan de wettelijke vereisten voor een zorgmachtiging wordt voldaan. Ook zij herkent de wisselende bereidheid van betrokkene. Betrokkene is zeer te spreken over het eten en de verzorging, maar ze voelt zich niet thuis. De zorgmachtiging is volgens de advocaat proportioneel wanneer slechts de twee vormen van verplichte zorg worden toegewezen die de behandelaar noodzakelijk acht. Met betrekking tot de duur van de zorgmachtiging denk de advocaat dat zes maanden passend is. Voor de onderzoeken is mogelijk minder tijd nodig, maar dan mag er geen kink in de kabel komen. Om te voorkomen dat er verschillende zittingen achter elkaar volgen, is het beter om wat marge aan te houden.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk onder meer bipolaire-stemmingsstoornissen en disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen. Bij betrokkene uit dit zich in een bipolaire stoornis en psychotrauma. Het ontbreekt betrokkene aan ziektebesef of -inzicht.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene zichzelf niet meer verzorgt. Zij is bedlegerig, duldt geen ondersteuning en lijkt niet meer goed te eten en drinken. Naast verwaarlozing brengt dit ook risico’s op ernstige lichamelijke en geestelijke complicaties met zich mee. Tevens leeft betrokkene in sociaal isolement en is er geen zicht meer op haar dagelijks functioneren nadat de ambulante hulpverlening is weggevallen. Daarnaast kan betrokkene geagiteerd en agressief zijn naar derden. Dit heeft eerder geleid tot fysiek geweld richting haar ambulant begeleidster.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene is al jaren bekend met zorgmijdend gedrag. Hierdoor wijst ze alle zorg af. Tijdens de mondeling behandeling is de inconsistente vrijwilligheid door verschillende mensen onderschreven. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene ontvangt na een agressie-incident geen thuiszorg meer, waardoor het ernstig nadeel niet is te ondervangen door ambulante zorgverlening.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1941 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 5.6 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
13 augustus 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2025 door mr. Borm, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 27 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.