In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan betrokkene, geboren op [geboortedag] 1979 in [geboorteplaats]. De rechtbank heeft de beschikking gegeven op verzoek van de officier van justitie, na een mondelinge behandeling waarbij betrokkene, zijn advocaat mr. W. van der Sande, en verschillende zorgverleners aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat hij ernstig nadeel ondervindt van zijn aandoening. Dit nadeel omvat levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, en gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de volgende vormen van verplichte zorg toegewezen: het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid, insluiten, en toezicht op betrokkene. De rechtbank oordeelt dat deze maatregelen evenredig en effectief zijn om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de veiligheid van hemzelf en zijn omgeving te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.