ECLI:NL:RBZWB:2025:1117

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 februari 2025
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
C/02/431650 / FA RK 25-645
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1948. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. Ph. van Kampen, en verschillende zorgprofessionals zijn gehoord. De betrokkene verblijft in een accommodatie en heeft een crisismaatregel opgelegd gekregen door de burgemeester van Vlissingen op 7 februari 2025. Tijdens de behandeling heeft de betrokkene aangegeven dat het redelijk goed met haar gaat, maar haar verklaringen waren inconsistent en vertoonden tekenen van een psychotische stoornis. De psychiater en verpleegkundigen hebben bevestigd dat er sprake is van een ernstige psychische stoornis en dat de betrokkene gevaar loopt door haar gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, waaronder ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. Gezien de ernst van de situatie heeft de rechtbank besloten de gevraagde machtiging te verlenen voor de duur van drie weken, met de noodzaak van verplichte zorg, waaronder medicatie en toezicht. De rechtbank heeft de overige verzoeken van de officier van justitie afgewezen omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/431650 / FA RK 25-645
Datum uitspraak: 13 februari 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1948 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 februari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 februari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. Ph. van Kampen;
  • mevrouw [naam 1] , psychiater,
  • mevrouw [naam 2] , verpleegkundige,
  • de heer [naam 3] , verpleegkundige IOS, behandelaar.
1.3.
Tevens was er een coassistent aanwezig, deze is echter niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [accommodatie] . De burgemeester van Vlissingen heeft de crisismaatregel op 7 februari 2025 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het redelijk goed met haar gaat. Zij is om veiligheidsredenen door God in [accommodatie] geplaatst en is daarom geen cliënt van [accommodatie] . Betrokkene heeft, kort samengevat, een zeer hoge functie van God en staat daardoor op dezelfde hoogte als staatshoofden. Op de afdeling wilde de verpleging niet naar betrokkene luisteren waardoor de private rechter van betrokkene een bepaalde verpleegkundige een boete heeft gegeven. Volgens betrokkene werd dat niet geaccepteerd en is zij daarna naar de gesloten afdeling gesleurd. Betrokkene stelt een huis in het noorden van België te hebben, maar ze weet niet precies waar. Ze kan er verder niet te veel over zeggen, omdat de onderwereld er dan achter kan komen. Deze onderwereld heeft volgens betrokkene ook haar pasjes geblokkeerd. Betrokkene ontkracht alles wat door de psychiater en verpleegkundige wordt gezegd.
4.2.
De psychiater vertelt dat betrokkene in eerste instantie op vrijwillige basis bij [accommodatie] verbleef, maar dat de agitatie en de spanningen dermate opliepen dat overplaatsing nodig was. Het vermoeden van de psychische stoornis bestaat al langer en er is geen vrijwillige basis voor de behandeling. Ten aanzien van het ernstig nadeel stelt de psychiater dat de agitatie oploopt, betrokkene altijd minimaal gekleed is waardoor onderkoeling dreigt, ze geen eigen woning heeft en haar pinpas geblokkeerd is. Het is de afgelopen maanden niet gelukt om een andere plek voor betrokkene te vinden en betrokkene kan moeilijk terug naar de afdeling waar ze eerst zat. De relaties daar zijn gebrouilleerd en daar wordt de stoornis ook niet behandeld, waardoor men in dezelfde impasse terechtkomt. Ten aanzien van de verzochte vormen van verplichte zorg is het ‘toedienen van vocht en voeding’ volgens de psychiater niet nodig.
4.3.
De verpleegkundige voegt aan het verhaal van de psychiater toe dat ze twijfelt over de voorzienbare noodzakelijkheid van het ‘onderzoek aan kleding of lichaam’.
4.4.
Volgens de advocaat van betrokkene kan een voortzetting crisismaatregel de juridische toets doorstaan. De advocaat kan niet aanvoeren dat er geen sprake is van een vermoedelijke stoornis of van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene leeft in een andere werkelijkheid en dat levert problemen op. Zij is het er niet mee eens dat ze haar autonomie kwijt is.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.3.
Betrokkene is in contact dreigend en oninvoelbaar. Vanuit haar psychotische toestandsbeeld is de agitatie opgelopen en tijdens de overplaatsing naar de gesloten afdeling sloeg en schopte ze om zich heen en schreeuwde ze. Tevens heeft betrokkene de psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld een harde stomp gegeven en dreigde betrokkene dat het personeel van [accommodatie] gestraft gaat worden. Betrokkene is herhaaldelijk in dunne kleding buiten aangetroffen waarbij zij te kennen gaf dat zij wacht op een helikopter die haar komt ophalen. Betrokkene heeft naar eigen zeggen 106 maal op de helikopter gewacht. Met de huidige winterse temperaturen kan dat leiden tot onderkoeling.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Er is een vermoeden dat betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Bij betrokkene uit dit zich in de vorm van een psychotische stoornis. Betrokkene ontkent dit stellig. De rechtbank heeft echter, mede gelet op hetgeen zij zelf heeft waargenomen, geen reden om te twijfelen aan de opgestelde medische verklaring.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Zij ontkent dat ze een psychose heeft en weigert daardoor mee te werken aan de behandeling.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1948 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.6 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
6 maart 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2025 door mr. Borm, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 27 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.