Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het bericht van 13 januari 2025 met productie(s) van [werkgever]
- het bericht van 15 januari 2025 met productie(s) van [werkgever]
- de mondelinge behandeling van 15 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnotities van de gemachtigde van [werkgever]
- de verklaring die [werknemer] tijdens de mondelinge behandeling heeft voorgelezen..
3.De feiten
Het is werknemer derhalve verboden, zowel gedurende de arbeidsovereenkomst als na afloop daarvan, op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm ook en in welker voege ook, enige mededeling te doen van of aangaande hetgeen bij de uitoefening van zijn/haar functie te zijner/harer kennis is gekomen in verband met de zaken en belangen van werkgever en van met werkgever gelieerde ondernemingen.(…)
Bij overtreding van het(…)
verbod verbeurt werknemer een dadelijk opvorderbare boete van € 10.000,= voor elke keer dat werknemer in overtreding is”.
- De arbeidsovereenkomst wordt met wederzijds goedvinden beëindigd op initiatief van Werkgever met ingang van 1 november 2024
- Werknemer ontvangt tot de Beëindigingsdatum zijn normale bruto salaris plus vakantiegeld en overige emolumenten. Werknemer is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden
- Werkgever zal Werknemer in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een vergoeding betalen van € 245.000,00(…)
bruto(…)
De vergoeding zal binnen een maand na de Beëindigingsdatum betaalbaar worden gesteld. - Uiterlijk binnen één maand na beëindiging van de arbeidsovereenkomst ontvangt Werknemer een eindafrekening van Werkgever. Hierin zal het vakantiegeld berekend over de periode tot het einde van het dienstverband worden uitbetaald voor zover dit nog niet is uitbetaald. Vanwege de vrijstelling van werk(…)
worden de reeds opgebouwde en nog op te bouwen vakantiedagen op de Beëindigingsdatum geacht te zijn genoten. De bonus over het jaar 2023 zal op gebruikelijke wijze aan Werknemer worden uitgekeerd. Over 2024 zal 1/3 bonus aan Werknemer worden uitgekeerd, te weten € 13.333,34 (bruto). De gedeeltelijke bonus over 2024 wordt uitgekeerd tezamen met de eindafrekening. - De postcontractuele verplichtingen in de arbeidsovereenkomst zoals het geheimhoudingsbeding en het intellectueel eigendomsbeding blijven onverminderd van kracht.
4.Het geschil
5.De beoordeling
derden(onderstreping door de kantonrechter). [werknemer] is geen derde, zodat het doorsturen van informatie aan zichzelf niet valt onder het geheimhoudingsbeding.
Het hof verwerpt de stelling van [naam 1] dat [appellante] het geheimhoudingsbeding reeds heeft overtreden doordat zij de bedrijfsinformatie aan haar privé e-mailadres heeft toegezonden. Het beding verplicht [appellante] tot geheimhouding jegens derden; zijzelf is niet als derde te beschouwen.”
Partijen zijn het er over eens dat het op grond van het geheimhoudingsbeding verboden is om ‘company data’ te gebruiken voor derden(…)
Vast staat dat [geïntimeerde] vanaf zijn zakelijke e-mailadres diverse documenten naar zijn privé e-mailadres heeft verzonden.(…)
Dat [geïntimeerde] deze informatie heeft gedeeld met derden(…)
is niet komen vast te staan.(…)
De tekst van het geheimhoudingsbeding is onvoldoende om [naam 2] te kunnen volgen in haar stelling dat reeds het buiten het bedrijf van [naam 2] brengen van deze informatie (via het versturen van documenten van een zakelijk naar privé e-mailadres) een inbreuk op dit beding oplevert.”
Vast staat dat [partij 1] de bestanden die genoemd zijn in de ontslagbrief in de late avond van 14 mei 2024 naar zichzelf heeft gemaild.(…)
Het toezenden van bedrijfsgegevens naar het privé-account op 14 mei 2024 is een overtreding van artikel 10 van de arbeidsovereenkomst, waarvoor [partij 1] volgens artikel 13 een boete van
Het is werknemer ten strengste verboden, op welke wijze dan ook kopieën of duplicaten van de genoemde informatie te maken, anders dan ten behoeve van strikt zakelijk gebruik. Tevens is het werknemer niet toegestaan, anders dan met als doel buiten de kantoren van werkgever arbeid te verrichten, elders kopieën, van welke aard dan ook, van informatie bestanden van werkgever aan te houden.”
Niet is betwist dat [gedaagde] tot tweemaal toe vanaf zijn zakelijke computer van [bedrijf 2] een bestand dat hij had hernoemd tot “stuff to do” beveiligd met een wachtwoord naar een privé e-mailadres heeft gestuurd. Ook is niet betwist dat indien dit bestand vertrouwelijke bedrijfsinformatie bevat dit een schending oplevert van het tussen partijen overeengekomen geheimhoudingsbeding.(…)
Op grond van het bovenstaande, mede gelet op het onbetwiste feit dat [gedaagde] na vertrek bij [bedrijf 2] van plan was om in dezelfde branche werkzaam te blijven en dus een belang zou kunnen hebben bij het verkrijgen van bedrijfsinformatie van [bedrijf 2] , wordt vermoed dat het door [gedaagde] gecreëerde en verzonden bestand bedrijfsinformatie van [bedrijf 2] bevatte die hij op grond van de bedingen 9 en 10 van zijn arbeidsovereenkomst niet naar zijn privé emailadres had mogen sturen.”
In dit geheimhoudingsbeding is bepaald dat het sturen van vertrouwelijke informatie door de werknemer naar een privé e-mailadres wordt beschouwd als een schending van het geheimhoudingsbeding.”
- De gevorderde wettelijke verhoging over de beëindigingsvergoeding zal worden afgewezen, omdat deze vergoeding geen loon betreft.
- De wettelijke verhoging over het restant van het salaris van oktober 2024 en de looncomponenten in de eindafrekening zal worden gematigd tot 10%, omdat er sprake is van cumulatie met wettelijke rente en het weliswaar onjuist, maar wel verdedigbaar was dat [werkgever] (nog) niet tot betaling is overgegaan.
- [werknemer] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Het tarief dat op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten geldt bij een hoofdsom van € 275.000,01 (€ 16.666,67 + € 245.000,00 + € 13.333,34) bedraagt € 3.150,00, zodat dat bedrag zal worden toegewezen.
- De kantonrechter gaat ervan uit dat [werkgever] conform dit vonnis aan [werknemer] deugdelijke bruto/netto-specificaties zal verstrekken en ziet – vooralsnog – geen aanleiding om daaraan een dwangsom te verbinden.
- De kantonrechter ziet geen grond om [werkgever] te veroordelen in de werkelijke proceskosten, aangezien van misbruik van procesrecht of slecht werkgeverschap dat daarvoor aanleiding geeft geen sprake is. De stellingen en het verrekeningsverweer van [werkgever] waren, mede gelet op de hiervoor onder 5.4 aangehaalde jurisprudentie, naar het oordeel van de kantonrechter niet bij voorbaat kansloos.