ECLI:NL:RBZWB:2025:118

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
C/02/423839 / HA ZA 24-341
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Baggel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een boete wegens overtreding van een contractueel boetebeding in het kader van een overeenkomst voor sterkteberekeningen van zonnepanelen

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser [de persoon] een vordering ingesteld tegen Green Meteor BV, waarin hij stelt dat Green Meteor een contractueel boetebeding heeft overtreden. De zaak betreft een overeenkomst voor het maken van sterkteberekeningen voor zonnepanelen. Eiser vordert een verklaring voor recht dat Green Meteor het boetebeding heeft overtreden en verzoekt om betaling van een boete van € 100.000,00 per overtreding voor drie locaties. Green Meteor betwist de vordering en stelt dat er geen schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen en dat het boetebeding niet van toepassing is. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de communicatie tussen partijen en de inhoud van de offerte. De rechtbank concludeert dat er geen overtreding van het boetebeding is vastgesteld, omdat niet is aangetoond dat de berekeningen van eiser door Green Meteor zijn gebruikt voor andere locaties zonder schriftelijke toestemming. De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten. Green Meteor heeft ook een voorwaardelijke vordering ingesteld in reconventie voor betaling van de werkelijke proceskosten, die eveneens wordt afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/423839 / HA ZA 24-341
Vonnis van 8 januari 2025
in de zaak van
[de persoon],
wonende te [plaats 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat: mr. N.P.O. Ruysch te Delft,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GREEN METEOR BV,
gevestigd te Etten-Leur,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. S.F.G. Ishak te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [de persoon] en Green Meteor genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 11 september 2024 met alle daarin vermelde stukken,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • de nadere producties van [de persoon] van 6 november 2024
  • een akte overlegging nadere producties, genummerd 10 t/m 18 van Green Meteor van
  • een gecorrigeerde productie 18 alsmede een gecorrigeerde paragraaf 3.6 van de conclusie van antwoord in reconventie van [de persoon] van 8 november 2024,
  • de mondelinge behandeling van 18 november 2024 en de bij die gelegenheid overgelegde spreekaantekeningen van beide partijen, alsmede de door de griffier opgemaakte zittingsaantekeningen die allen aan het dossier zijn toegevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Zonnepark A73 BV heeft een deel van een zonnepark gefinancierd en ontwikkeld op een locatie langs de A73 bij Nijmegen (hierna ook: Zonnepark 1). Direct daaraan grenst het andere deel van het zonnepark dat (iets later) is ontwikkeld door [B.V.] (hierna ook: Zonnepark 2). De omgevingsvergunning voor deze beide delen, die samen worden aangeduid als Zonnepark A73, stond oorspronkelijk op naam van Engie Energie Nederland BV die ook eigenaar was van de grond. Per 9 februari 2021 staat de vergunning op naam van Zonnepark A73 BV. Er zijn 2 eigenaren van de grond, Zonnepark A73 BV en [B.V.] .
2.2.
[B.V.] heeft [bedrijf 1] ingeschakeld voor de levering van de draagconstructie en [bedrijf 2] heeft opdracht gekregen tot het vervaardigen van de benodigde sterkteberekeningen.
2.3.
Zonnepark A73 BV heeft Green Meteor ingeschakeld om de constructie voor het dragen van de zonnepanelen te leveren. [medewerker 1] van Meteor Systems BV (100% aandeelhouder van Green Meteor) heeft in verband met daarvoor benodigde constructieberekeningen eind november 2021 contact opgenomen met [de persoon] .
2.4.
In een e-mailbericht van 3 december 2021 vraagt [de persoon] aan [medewerker 1] ( [e-mailadres] ) om aanvulling/verbetering van een 7-tal punten om een offerte te kunnen maken.
2.5.
In een e-mailbericht van 6 december 2021 reageert [medewerker 1] op de 7 punten en stuurt hij in antwoord op de vraag naar een plattegrond tekeningen mee. Voor wat betreft de vraag om een zij-aanzicht in x- en y-richting geeft [medewerker 1] aan dat hij de tekenaar aan het werk zal zetten en in reactie op vragen over toegepaste windverbanden geeft [medewerker 1] aan: “
Dit is bekend, maar we willen het juist op deze manier doen daar we voor het gewas door de rijen heen willen rijden met voertuigen.”
2.6.
In een e-mailbericht van 13 december 2021 met bijlagen geeft [medewerker 1] aan dat hij een tekening heeft laten maken die een wat groter beeld geeft in verschillende aanzichten. Verder staat daarin: “
Er is geen sondering gedaan, maar mij is verteld dat de grond voor een deel zandgrond is, een deel klei en een deel een mix van beide.
2.7.
In een e-mailbericht van 14 december 2021 reageert [de persoon] op de mail van [medewerker 1] en vraagt hij om aanvulling met betrekking tot de intekening van de zonnepanelen in het zij/vooraanzicht.
2.8.
Op 19 december 2021 heeft [de persoon] een ‘vrijblijvende offerte’ aan Meteor Systems gestuurd. Daarin staat onder meer het volgende.

BetreftSterkteberekeningenvoor de te bouwen ondersteuning van zonnepanelen, conform de door de opdrachtgever aan de VerbouwingsConstructeur gemailde tekeningen, waarbij de kosten voor de eventueel benodigde sonderingen door de opdrachtgever betaald worden.Het onder “Betreft” vermelde werk vergt een investering van …… € 5.000,00
(..)
Voor deze offerte is de (De Nieuwe Regeling) DNR 2011 herzien (juli 2013) van toepassing. De opdrachtgever erkent als professionele opdrachtgever met deze voorwaarden bekend te zijn en via het internet kennis genomen te hebben van de DNR 2011, herzien (juli 2013), waaronder artikel 12 lid 5. De opdrachtgever deelt schriftelijk aan de adviseur mee welke natuurlijke persoon of personen bevoegd zijn de opdrachtgever te vertegenwoordigen, zo nodig onder vermelding van zijn of hun bevoegdheid.De VerbouwingsConstructeur (in de DNR adviseur) is uitsluitend jegens de opdrachtgever aansprakelijk voor zijn toerekenbare tekortkoming.Indien de opdrachtgever deze sterkteberekeningen ook voor andere locaties zou gebruiken zonder dat De VerbouwingsConstructeur hiermee schriftelijk akkoord gaat, aanvaart De VerbouwingsConstructeur geen aansprakelijkheid en dan is de opdrachtgever aan De VerbouwingsConstructeur per bouwlocatie waar dit gebeurt € 100.000,00 extra verschuldigd.
(..)
2.9.
Bij e-mail van 20 december 2021 heeft [medewerker 1] ( [e-mailadres] ) aan [de persoon] bericht dat hij akkoord gaat met de offerte en verzoekt hij [de persoon] de factuurgegevens aan te passen naar Green Meteor.
2.10.
Bij factuur van 29 december 2021 heeft [de persoon] bij Green Meteor een bedrag van € 1.000,00 in rekening gebracht als “vooruitbetaling berekening ondersteuning zonnepanelen”. Op 9 januari 2022 heeft hij het restantbedrag van € 4.000,00 in rekening gebracht. In de periode 15 januari – 1 september 2022 heeft [de persoon] middels 12 facturen nog een totaal bedrag van € 15.368,94 gefactureerd, bestaande uit € 5.000,00 terzake “vooruitbetaling vervolgopdracht ondersteunen zwaardere zonnepanelen” en verschillende bedragen bestaande uit uren x uurtarief.
2.11.
Op 14 mei 2022 heeft [de persoon] een adviesrapport aan Green Meteor uitgebracht. In de periode tot en met augustus 2021 heeft hij nog wijzigingen doorgevoerd en vragen beantwoord.
2.12.
Eind juni 2022 heeft Green Meteor aan [adviesbureau] (hierna ook: [adviesbureau] ) opdracht gegeven sterkteberekeningen voor de te bouwen ondersteuning van zonnepanelen in Zonnepark 1 te maken.
2.13.
Op 18 oktober 2022 heeft [adviesbureau] met betrekking tot Zonnepark 1 een rapport uitgebracht met als onderwerp “statische berekening”.
2.14.
In opdracht van Green Meteor van 18 november 2022 heeft [adviesbureau] ook sterkteberekeningen gemaakt voor een zonnepanelenproject in [plaats 2] . Zijn rapport met als onderwerp “statische berekening” dateert van 15 december 2022 en, na wijziging in verband met andere stramienmaten, 16 februari 2023.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[de persoon] vordert - samengevat -
  • een verklaring voor recht dat Green Meteor het contractuele boetebeding heeft overtreden en Green Meteor te veroordelen tot nakoming van het boetebeding ter hoogte van
  • Green Meteor te veroordelen in de proces- en nakosten
3.2.
[de persoon] grondt zijn vordering op nakoming van het boetebeding uit de overeenkomst. Nu Green Meteor de sterkteberekeningen voor in totaal 3 locaties heeft gebruikt zonder dat [de persoon] daarvoor zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven is Green Meteor per bouwlocatie € 100.000,00 aan [de persoon] verschuldigd.
3.3.
Green Meteor voert verweer. Green Meteor voert aan dat geen schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen en dat het daarin opgenomen boetebeding dus niet tussen partijen van toepassing is geworden. Zij betwist om diezelfde reden dat de DNR van toepassing is geworden. Voorts voert Green Meteor aan dat zij de sterkteberekeningen van [de persoon] niet heeft gebruikt en dat, voor zover zij dat bij Zonnepark 1 wel heeft gedaan, zij daartoe, door de betaling voor de betreffende werkzaamheden aan [de persoon] , gerechtigd was. Voor wat betreft project [plaats 2] voert zij aan dat voor zover in dat project de berekeningen zijn gebruikt, [adviesbureau] dat heeft gedaan en niet zij. Omdat [de persoon] bovendien nooit bezwaar heeft gemaakt tegen het delen van berekeningen, dient de vordering ook te worden afgewezen volgens Green Meteor. Tot slot voert Green Meteor aan dat zij geen bemoeienis heeft gehad bij de realisatie van Zonnepark 2. Ten aanzien van de hoogte van de boete beroept zij zich onder aanvoering van verschillende omstandigheden op matiging.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Green Meteor vordert voorwaardelijk, namelijk voor zover in conventie één van de vorderingen van [de persoon] wordt afgewezen veroordeling van [de persoon] tot betaling van de werkelijke proceskosten van € 25.000,00 vermeerderd met rente.
3.6.
Green Meteor grondt haar voorwaardelijke vordering op misbruik van procesrecht.
3.7.
[de persoon] voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
Green Meteor gebonden aan de schriftelijken afspraken (offerte)?4.1. Volgens artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (BW) komt een overeenkomst tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Het aanbod hoeft geen schriftelijke offerte te zijn en evenmin is vereist dat een aanvaarding schriftelijk plaatsvindt.
4.2.
[de persoon] stelt dat hij bij e-mailbericht van 19 december 2021 een aanbod heeft gedaan aan Meteor Systems. [de persoon] stelt dat hij uit het akkoord van [medewerker 1] van 20 december 2021 op zijn offerte heeft begrepen en heeft mogen begrijpen dat niet Meteor Systems, maar Green Meteor dit aanbod aanvaardde en dus zijn contractspartij zou zijn.
4.3.
Green Meteor stelt dat Meteor Systems op 20 december 2021 heeft ingestemd met de offerte en heeft aangegeven dat Green Meteor de contractspartij dient te worden (randnummer 22 cva). Nu [de persoon] vervolgens geen nieuwe offerte heeft uitgebracht aan Green Meteor is de offerte echter niet van toepassing geworden tussen Green Meteor en [de persoon] . Ook stelt Green Meteor dat er op dat moment al sprake was van een mondelinge overeenkomst tussen [de persoon] en Green Meteor (randnummer 51 cva). Ter mondelinge behandeling voert Green Meteor nog aan dat zij geen contractspartij is geworden op basis van de offerte en dat enkel contact is geweest met Meteor Systems, ook tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
4.4.
De rechtbank overweegt dat de offerte waar [de persoon] naar verwijst als aanbod heeft te gelden. Niet is gebleken van een eerder mondeling aanbod van de zijde van [de persoon] . Uit de correspondentie tussen partijen in december 2021 (vgl. r.o. 2.3. t/m 2.6.) volgt juist dat [de persoon] nadere informatie nodig had ten behoeve van het opstellen van een offerte/het doen van een aanbod. Green Meteor heeft dus weliswaar gesteld dat er in november 2021 een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen, maar zij heeft deze stelling, gelet op het verweer, onvoldoende nader toegelicht en onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat [de persoon] redelijkerwijs heeft mogen aannemen dat zijn schriftelijke offerte bij e-mail van 20 december 2021 vervolgens door Green Meteor is aanvaard. [medewerker 1] die namens de opdrachtgevende partij betrokken was bij de opdracht, heeft [de persoon] in de veronderstelling gebracht en gelaten op basis van zijn offerte te hebben gecontracteerd met Green Meteor. Deze indruk heeft onder meer kunnen ontstaan door het feit dat tussen partijen vast staat dat tussen Green Meteor (en niet Meteor Systems) en [de persoon] een overeenkomst van opdracht tot het maken van sterkteberekeningen is tot stand gekomen. Daarnaast heeft aan die indruk bijgedragen dat de betrokken vennootschappen qua naam bijna identiek zijn, zij in een groep verbonden zijn en [medewerker 1] als handelende persoon (die de offerte heeft geaccepteerd) bij beide vennootschappen werkzaam is. De indruk dat op basis van de offerte is gecontracteerd is door niemand weggenomen. [de persoon] heeft ook op basis van de afspraken uit de offerte aan Green Meteor gefactureerd (eerst een vooruitbetaling van € 1.000,00 en meerwerk voor € 140,00 per uur). Dat de offerte is gesteld op naam van Meteor Systems legt, bezien tegenover het hiervoor overwogene, onvoldoende gewicht in de schaal.
Boetebeding door Green Meteor overtreden?
4.6.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of, zoals [de persoon] stelt, sprake is van de situatie dat Green Meteor de sterkteberekeningen van [de persoon] ook voor andere locaties heeft gebruikt zonder dat [de persoon] hiermee schriftelijk akkoord was. De rechtbank stelt voorop dat het op grond van artikel 150 Rv aan [de persoon] is om hiertoe concrete feiten en omstandigheden te stellen, en bij gemotiveerde betwisting door Green Meteor, te bewijzen. De rechtbank zal de vraag hierna per gestelde locatie beoordelen.
Zonnepark 1 – andere locatie?
4.7.
[de persoon] voert aan dat zijn berekeningen zijn gebruikt en dat sprake is van een andere locatie, nu de opdracht van Green Meteor aan hem slechts zag op een gebied van 27 bij 30 meter en niet op het gehele Zonnepark 1 (en 2), hetgeen blijkt uit de bij een e-mail van 13 december 2021 van [medewerker 1] gevoegde tekeningen. Dit betreffen de tekeningen waarnaar in de offerte wordt verwezen. De berekeningen van [adviesbureau] zien op het gehele Zonnepark 1 hetgeen valt af te leiden uit diens rapport dat betrekking heeft op ‘meer dan de helft van 47 hectare’. Hieruit volgt dat de berekeningen van [de persoon] zijn gebruikt voor een andere locatie, aldus nog steeds [de persoon] .
4.8.
Voor zover Green Meteor de berekeningen van [de persoon] gebruikt zou hebben ten behoeve van Zonnepark 1, stelt zij zich op het standpunt dat zij daartoe bevoegd was, nu dat het project/de locatie was terzake waarvan zij opdracht had gegeven aan [de persoon] . De opdracht zag immers op zonnepark A73, althans in ieder geval op Zonnepark 1, hetgeen volgt uit de e-mailcorrespondentie en de gesprekken tussen partijen voorafgaand aan de offerte. Het betreft daarmee niet een ‘andere locatie’ als bedoeld in het boetebeding, aldus Green Meteor.
4.9.
De rechtbank is van oordeel dat [de persoon] in het licht van het gemotiveerde verweer van Green Meteor met zijn enkele verwijzing naar de tekeningen gevoegd bij de e-mail van 13 december 2021 zijn stelling dat sprake is van een andere locatie onvoldoende nader van een voldoende concrete toelichting heeft voorzien. Dit wordt als volgt toegelicht.
4.10.
In de tekeningen gevoegd bij een e-mail van 13 december 2021 staan weliswaar afmetingen van 9x3000 mm en 10x 3000 mm (27 bij 30 meter). Vast staat echter dat bij e-mailbericht 6 december 2021 van [medewerker 1] ook tekeningen aan [de persoon] zijn verstrekt; volgens Green Meteor is bij e-mail van 6 december 2021 een plattegrond gevoegd van het gehele Zonnepark 1 en 2 (productie 16 bij conclusie van antwoord). [de persoon] heeft dit ter mondelinge behandeling niet weersproken. Verder wordt ook steeds Zonnepark A73 vermeld in de aanhef van de e-mails voorafgaand aan de offerte en heeft Green Meteor ter mondelinge behandeling aangevoerd dat het in de branche gebruikelijk is dat in grote projecten constructies voor een beperkt deel worden berekend en vervolgens worden “gemultiplied”. Ook hierop heeft [de persoon] niet gemotiveerd gereageerd, terwijl dat wel op zijn weg lag. Tot slot neemt de rechtbank in aanmerking dat Green Meteor [de persoon] er in een e-mail van 6 december 2021 op heeft gewezen dat ze “
voor het gewas (rb: onder de zonnepanelen
) door de rijen heen willen rijden met voertuigen”en in de e-mail van 13 december 2021 dat de grond deels zandgrond, deel klei en deel een mix van beide is. Naar het oordeel van de rechtbank leveren (ook) deze passages aanwijzingen op dat gecontracteerd zou worden voor een grotere oppervlakte dan slechts 27 bij 30 meter. Het had op de weg van [de persoon] gelegen om zijn stelling in het licht hiervan nader toe te lichten. Nu hij dat niet heeft gedaan (en ook heeft nagelaten de volledige e-mailcorrespondentie over de relevante periode inclusief de bijlagen in het geding te brengen), heeft hij niet aan zijn stelplicht voldaan.
4.11.
Het voorgaande brengt met zich mee dat niet is komen vast te staan dat Zonnepark 1 een ‘andere locatie’ is als bedoeld in het boetebeding, zodat geen sprake is van inbreuk op dit beding door het (mogelijke) gebruik van zijn berekeningen op die locatie.
4.12.
Gelet op het voorgaande is Green Meteor dan ook voor wat Zonnepark 1 betreft geen boete aan [de persoon] verschuldigd. De vraag of de berekeningen daadwerkelijk zijn gebruikt, behoeft daarmee niet meer beantwoord te worden.
[plaats 2] – gebruik door Green Meteor?
4.13.
[de persoon] voert aan dat zijn berekeningen zijn gebruikt door Green Meteor in het project [plaats 2] , hetgeen volgens hem blijkt uit de door hem gemaakte vergelijkende berekeningen. Green Meteor heeft [adviesbureau] toegang gegeven tot zijn berekeningen, aldus [de persoon] , om voor Green Meteor te worden gebruikt.
4.14.
Green Meteor betwist dat zij berekeningen van [de persoon] heeft gedeeld met [adviesbureau] met de bedoeling dat laatstgenoemde deze zou gebruiken voor het project [plaats 2] . Voorts stelt Green Meteor dat, mocht er al sprake zijn geweest van gebruik, dat gebruik dan heeft plaatsgevonden door [adviesbureau] en niet door Green Meteor. Green Meteor stelt dat zij er op mocht vertrouwen dat [adviesbureau] geen (onrechtmatig) gebruik zou maken van werk van derden.
4.15.
Ook als er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat [adviesbureau] de berekeningen van [de persoon] in het project [plaats 2] heeft gebruikt, is de rechtbank van oordeel dat [de persoon] onvoldoende nader heeft toegelicht en onderbouwd dat dit kwalificeert als gebruik van de berekeningen van [de persoon] door Green Meteor. [de persoon] heeft op geen enkele manier nader toegelicht en onderbouwd dat Green Meteor de berekeningen van [de persoon] met als doel deze te gebruiken in het project [plaats 2] aan [adviesbureau] heeft verstrekt. Dat had gelet op de gemotiveerde betwisting van Green Meteor op dit punt, wel op zijn weg gelegen. Het voorgaande te meer nu in de rede ligt dat [adviesbureau] uit hoofde van het project Zonnepark 1 reeds over de betreffende berekeningen beschikte. Het moet immers wel gaan om gebruik door de opdrachtgever.
4.16.
Gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat
Green Meteoreen verwijt kan worden gemaakt dat inhoudt dat zij de tekeningen heeft (her)gebruikt in het project [plaats 2] . Dit betekent dat geen sprake is van een overtreding door Green Meteor van het boetebeding. Ook hier geldt dat gelet op het voorgaande de vraag of de berekeningen daadwerkelijk zijn gebruikt (door [adviesbureau] ) niet beantwoord hoeft te worden.
Zonnepark 2 – gebruik door Green Meteor?
4.17.
Green Meteor heeft de berekeningen van [de persoon] gedeeld met [B.V.] . uiteraard om te worden gebruikt, aldus [de persoon] . Gebruik is, aldus [de persoon] , een breed begrip en het delen van berekeningen opdat deze gebruikt kunnen worden valt daar onder. [de persoon] voert aan dat [medewerker 2] , een van zijn contactpersonen bij Green Meteor, tevens in dienst is van [B.V.] . Ook stelt [de persoon] dat de constructeur die is ingeschakeld door [B.V.] van [B.V.] opdracht heeft gekregen om voor Green Meteor sterkteberekeningen te maken.
4.18.
Green Meteor stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van gebruik door haar van de berekeningen in het project Zonnepark 2. Zij had met dat project geen (actieve) bemoeienis en [B.V.] had een eigen adviseur voor het design en de sterkte- en constructieberekeningen, te weten [bedrijf 2] . Green Meteor erkent dat zij berekeningen van [de persoon] heeft gedeeld met [B.V.] , maar niet om te worden gebruikt door de constructeur. Zij stelt dat delen iets anders is dan ‘gebruik’ en voegt daaraan toe dat dat gebruikelijk en noodzakelijk is in een omvangrijk project als het Zonnepark A73 om berekeningen te delen. [de persoon] wist daar ook van en heeft er geen bezwaar tegen gemaakt.
4.19.
Het verwijt van [de persoon] heeft betrekking op een locatie waarbij Green Meteor zelf geen betrokken partij was; zij was in dat project niet de partij die de draagconstructie van de zonnepanelen leverde.
4.20.
Tussen partijen staat vast dat zij niet over de boetebepaling hebben onderhandeld. Dit betekent dat de uitleg daarvan met name afhankelijk is van objectieve factoren, in het bijzonder de bewoordingen waarin de bepaling is gesteld. Uit de (letterlijke tekst van de) overeenkomst volgt dat er een betalingsverplichting bestaat op het moment van gebruik door opdrachtgever (Green Meteor) van de berekeningen voor een andere locatie. Van dergelijke gebruik is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken, nu vast staat dat Green Meteor niet betrokken was bij Zonnepark 2. [bedrijf 1] was op die locatie de partij die de draagconstructie voor de zonnepanelen zou leveren. De stelling dat [medewerker 2] van Green Meteor tevens in dienst zou zijn bij [B.V.] , wat daar ook van zij, is door Green Meteor verder gemotiveerd weersproken en heeft [de persoon] (desgevraagd) niet nader toegelicht. Op basis van de letterlijke tekst van het boetebeding valt dan ook niet in te zien dat Green Meteor op basis van het boetebeding het gebruik van de berekeningen van [de persoon] voor die locatie kan worden verweten. Zij was daar geen partij. Het zijn veeleer [bedrijf 1] of [bedrijf 2] die in dat geval berekeningen zouden hebben (her)gebruikt.
4.21.
[de persoon] stelt echter dat ook het delen van berekeningen met derden om te worden gebruikt in een project waarbij de opdrachtgever zelf geen partij is, als gebruik door de opdrachtgever kwalificeert conform het boeteding. Op [de persoon] , die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door hem bepleite ruimere uitleg van de overeenkomst, rust de stelplicht en bewijslast van de feiten en omstandigheden die de door hem voorgestane uitleg ondersteunen. Dergelijke feiten en omstandigheden heeft hij echter niet gesteld. In tegendeel, hij knoopt voor wat betreft de uitleg van de bepaling aan bij artikel 48 lid 2 en 3 DNR, waarin enkel valt te lezen dat de opdrachtgever het advies niet mag hergebruiken. Dat het delen van berekeningen valt onder hergebruik door opdrachtgever valt hieruit niet af te leiden. Daar komt bij dat [de persoon] ook geen feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit kan worden afgeleid dat Green Meteor de berekeningen heeft gedeeld
met het doel dat deze zouden worden (her)gebruikt in Zonnepark 2, hetgeen Green Meteor wel heeft betwist.
4.22.
[de persoon] voert nog aan dat derden, zoals in dit geval [bedrijf 2] , enorm veel voordeel hebben genoten van zijn berekeningen, nu onder meer inzage in zijn resultaten hun ontwerpproces versnelt. De rechtbank acht voorstelbaar dat dat het geval kan zijn, maar het maakt niet dat aan het boetebeding de verstrekkende uitleg mag worden gegeven die [de persoon] voorstaat. Als hij ook aan het delen van zijn berekeningen met derden een boete had willen verbinden, dan had het in de rede gelegen dat hij dat had opgenomen in zijn offerte.
4.23.
Wellicht ten overvloede overweegt de rechtbank dat uit e-mailcorrespondentie tussen partijen in juli 2022 onweersproken volgt dat [de persoon] er van op de hoogte was dat zijn berekeningen waren of werden gedeeld met [B.V.] . Indien [de persoon] de mening was toegedaan dat het delen van zijn berekeningen (reeds) een inbreuk opleverde van het overeengekomen boetebeding, dan had het in de rede gelegen, dat hij daartegen destijds bezwaar zou hebben gemaakt. Dit heeft hij niet gedaan.
4.24.
Tot slot: nu inbreuk op de DNR voorwaarden of handelen in strijd met de zorgplicht (goed opdrachtgeverschap) expliciet niet aan de vordering ten grondslag is gelegd (vgl. o.a. onder randnummer 4.3 van de conclusie van antwoord in reconventie), gaat de rechtbank op een eventuele inbreuk daarop niet in.
4.25.
Uit al hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat ook terzake van Zonnepark 2 de verschuldigdheid van een boete niet aan de orde is.
Conclusie: geen overtreding boetebeding door Green Meteor
4.26.
De conclusie van het voorgaande is dat een inbreuk op het boetebeding niet is komen vast te staan. Dit betekent dat de vorderingen in conventie zullen worden afgewezen. Nu de rechtbank niet toekomt aan de beoordeling van de stellingen en stukken van [de persoon] met betrekking tot de gelijkenissen tussen de verschillende berekeningen (onder meer vernieuwde alinea 3.6 van de conclusie van antwoord in reconventie en de ter zitting gegeven toelichting), wordt het op dit punt door [de persoon] gedane bewijsaanbod gepasseerd.
Betaling (werkelijke) proceskosten?
4.27.
[de persoon] krijgt ongelijk en moeten daarom de proceskosten van Green Meteor in conventie vergoeden. Green Meteor heeft in voorwaardelijke reconventie gevorderd [de persoon] te veroordelen in de werkelijke kosten van de procedure. Dat is echter pas op zijn plaats ingeval van misbruik van procesrecht of van onrechtmatig handelen. Daarvan is sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM. Er geldt dus een hoge lat, die in dit geval naar het oordeel van de rechtbank niet is gehaald. Deze vordering wordt dan ook afgewezen.
4.28.
De door [de persoon] te vergoeden proceskosten van Green Meteor in conventie worden hierna dan ook vastgesteld overeenkomstig de daarvoor geldende tarieven, en wel op een totaalbedrag van € 4.117,00, bestaande uit een bedrag van € 2.889,00 aan griffierecht en € 1.228,00 aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 614,00).
De door Green Meteor te vergoeden proceskosten van [de persoon] in reconventie worden vastgesteld op € 786,00 aan salaris advocaat (2 punten x 0,5 x € 786,00).
4.29.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, voor wat betreft de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
wijst de vordering in conventie af,
5.2.
veroordeelt [de persoon] in de proceskosten in conventie tot op heden aan de kant van Green Meteor vastgesteld op € 4.117,00,
5.3.
veroordeelt Green Meteor in de proceskosten in reconventie tot op heden aan de kant van [de persoon] vastgesteld op € 786,00,
5.4.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Baggel en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2025. [1]

Voetnoten

1.type: