ECLI:NL:RBZWB:2025:1229

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
C/02/431664 / FA RK 25-654
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 februari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Betrokkene, geboren in 1960, verblijft in een ziekenhuis en is onderworpen aan een crisismaatregel die door de burgemeester van Tilburg is opgelegd op 9 februari 2025. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de psychiater en de advocaat van betrokkene aanwezig waren. De officier van justitie verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor drie weken, met het oog op de zorg voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis en een risico op ernstig nadeel vertoont.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, en dat dit nadeel voortvloeit uit de psychische toestand van betrokkene. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is om de veiligheid van betrokkene en anderen te waarborgen. De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, met inachtneming van de noodzakelijke zorgvormen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wijst het verzoek van de officier van justitie af voor zover het betreft andere zorgvormen die niet noodzakelijk zijn gebleken.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Phillips, rechter, in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/431664 / FA RK 25-654
Datum uitspraak: 11 februari 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1960 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats] ,
verblijvende te [plaats] , [ziekenhuis] , [afdeling] , [adres] ,
advocaat mr. R.B. Milo te Tilburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 februari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 11 februari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mevrouw [naam 1] , psychiater.
Tevens was aanwezig:
- mevrouw [naam 2] , co-assistent.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [ziekenhuis] , [adres] , [plaats] . De burgemeester van Tilburg heeft de crisismaatregel op 9 februari 2025 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van drie weken te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot
gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik
van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene antwoordt soms wel en soms niet op aan haar gestelde vragen. Zij kijkt bij momenten om zich heen en zij maakt veelal een afwezige indruk. Op de vraag van de behandelend rechter of zij de crisisopname nog langer wenst voort te zetten antwoordt betrokkene “nee”.
4.2.
De psychiater brengt naar voren dat betrokkene is opgenomen nadat zij is gevallen en zij daarbij een brilhematoom heeft opgelopen. Tot op heden is onvoldoende duidelijk geworden wat aan dit voorval vooraf is gegaan. Wel is er een vermoeden dat het innemen van een aanzienlijke hoeveelheid thuismedicatie de val heeft veroorzaakt. Bij opname werd bij betrokkene een psychotisch beeld waargenomen, waardoor het lastig was om met haar in contact te komen. Momenteel worden er bij betrokkene kenmerken van hallucinaties, gedachtenstops, katatonie en desorganisatie gezien. Verder heeft zij geagiteerd gedrag naar verplegend personeel en medepatiënten laten zien. Gezien het ontwrichtende effect van dit gedrag is uit oogpunt van de veiligheid van betrokkene en die van anderen besloten om de zorg en verpleging in separatie te laten plaats vinden.
Waar het de achtergrond van betrokkene betreft is duidelijk geworden dat zij bekend is met PTSS en met persoonlijkheidsproblematiek. Voortzetting van de klinische zorg is op dit moment nog noodzakelijk. Dit in de eerste plaats gelet op de psychische toestand van betrokkene en het daardoor nog steeds aanwezige risico op ernstig nadeel in de vorm van levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en het oproepen van agressie van anderen. Daarnaast is het van belang dat er nader diagnostisch onderzoek kan worden verricht naar de achtergrond en oorzaken die hebben geleid tot de crisistoestand waarin betrokkene is geraakt. Voortzetting van crisismaatregel is noodzakelijk, met dien verstande, dat de psychiater voor het verplicht toedienen van voeding op dit moment niet de noodzaak ziet. Verder kan zij in dit stadium niet met zekerheid aangeven of een periode van drie weken voldoende is om betrokkene met ambulante nazorg naar huis te laten gaan.
4.3.
De advocaat van betrokkene voert aan dat hij de dag voorafgaand aan de mondelinge behandeling tevergeefs heeft geprobeerd om met betrokkene het verzoek te bespreken. Ook gedurende de mondelinge behandeling lijkt het erop dat zijn cliënt wegens de zorgelijke toestand waarin zij verkeert niet veel meekrijgt van wat er wordt besproken. Verwijzend naar de stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling deelt hij de zorgen over de psychische toestand van zijn cliënt, het ernstig nadeel en de zorg die in een verplicht kader noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. Dit als uitgangspunt nemend maakt hij namens betrokkene geen bezwaar tegen toewijzing van het verzoek, voor zover dit de strikt noodzakelijke zorgvormen betreft, zoals mondeling besproken. Hoewel nog niet duidelijk is of dit strikt genomen ook geldt voor het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, kan hij zich voorstellen dat ook dit onderdeel deel zal uitmaken van de te verlenen machtiging.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting crisismaatregel. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.3.
Tevens is naar het oordeel van de rechtbank uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling gebleken van het vermoeden dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de medische verklaring gediagnostiseerd als schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn.
5.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Hiertoe wordt in aanmerking genomen dat betrokkene middels een crisismaatregel is opgenomen nadat zij is gevallen en zij daarbij een brilhematoom heeft opgelopen. Het vermoeden bestaat dat de val is veroorzaakt door de inname van een aanzienlijke hoeveelheid thuismedicatie. De behandelend arts acht een voortzetting van de crisisopname noodzakelijk, in de eerste plaats omdat het gedrag van betrokkene er nog steeds voor zorgt dat haar veiligheid en die van anderen gevaar loopt. Daarnaast geldt dat er naar de achtergrond van betrokkene en haar (psychisch) ziektebeeld nog nader diagnostisch onderzoek dient te worden verricht om daarover meer duidelijkheid te krijgen en de klinische behandeling daarop te kunnen afstemmen.
5.5.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie zal worden afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte verplichte zorgvormen, nu de noodzaak daarvoor niet is gebleken.
5.6.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een machtiging tot voortzetting crisismaatregel verlenen voor de duur van drie weken, als verzocht.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor:
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1960 in [geboorteplaats] ,
wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.5 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 maart 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2025 door mr. Phillips, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 14 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.