ECLI:NL:RBZWB:2025:1231

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
C/02/431661 / FA RK 25-652
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 februari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1990, die verblijft in een GGZ-instelling. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, met als doel het toedienen van vocht en voeding, medicatie, medische controles, en andere noodzakelijke zorgmaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene op 9 februari 2025 onder een crisismaatregel was geplaatst door de burgemeester van Tilburg, na verontrustend gedrag en een eerdere opname in januari 2025. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2025 was de betrokkene niet aanwezig, ondanks een behoorlijke oproep. De rechtbank heeft de waarnemend advocaat en een psychiater gehoord, die beiden de noodzaak van voortzetting van de crisismaatregel onderstreepten. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, en dat de voorgestelde zorgvormen noodzakelijk waren om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 4 maart 2025, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met het rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/431661 / FA RK 25-652
Datum uitspraak: 11 februari 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1990 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats] ,
verblijvende [ggz-instelling] ,
advocaat mr. G.J. Woodrow te Tilburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 februari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 februari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • mr. R.A.G. Keller, waarnemend advocaat;
  • de heer [naam] , psychiater.
Betrokkene was niet aanwezig, hoewel zij behoorlijk is opgeroepen.
Ter plaatse is door de begeleider van betrokkene medegedeeld dat betrokkene heeft aangegeven dat zij het niet ziet zitten om bij de mondelinge behandeling van het verzoek aanwezig te zijn.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel bij [ggz-instelling] . De burgemeester van Tilburg heeft de crisismaatregel op 9 februari 2025 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van drie weken te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
De waarnemend advocaat van betrokkene merkt op dat hij vaststelt dat zijn cliënt niet bij de mondelinge behandeling aanwezig wil zijn. Hij heeft het verzoek niet met zijn cliënt kunnen bespreken, omdat zij weigerde daarover met hem in gesprek te gaan. Op dit moment valt niet in te schatten of zijn cliënt op een later moment mogelijk alsnog bereid zal zijn met hem in gesprek te gaan en/of aan de mondelinge behandeling deel te nemen. Dit omdat hij van de zorgverleners heeft begrepen dat betrokkene het contact afhoudt zodra er voor haar lastige vragen of onderwerpen ter sprake komen. Wel heeft hij begrepen dat zij de opname in de GGZ instelling niet wenst voort te zetten.
4.2.
De psychiater brengt naar voren dat betrokkene op 19 januari 2025 met een crisismaatregel in de GGZ instelling is opgenomen, nadat zij ernstig ontregeld was geraakt. De crisismaatregel eindigde per 22 januari 2025. Vervolgens is het verzoek tot voortzetting van deze crisismaatregel abusievelijk niet mondeling behandeld. Betrokkene is vervolgens met ontslag gegaan, waarop zij in de periode in de periode 4 februari 2025 - 9 februari 2025 opnieuw verward/overspannen gedrag is gaan vertonen naar buurtbewoners. Verder bleek zij spullen, waaronder haar huissleutels in een boom te hebben gegooid, maakte zij ongepaste seksueel getinte opmerkingen naar de politie en gaf zij tevens aan een grote hoeveelheid paracetamol te willen innemen. Voorlopig diagnostisch onderzoek heeft uitgewezen dat vermoedelijk sprake is van een manische episode met onderliggend een bipolaire stoornis. De moeder van betrokkene maakt zich ernstig zorgen over haar dochter, rekening houdend met haar eerdere ervaringen tijdens situaties, waarin haar dochter in manische toestand verkeerde. In geval de zorg niet wordt voortgezet in een verplicht kader loopt betrokkene een onmiddellijk risico op verdere maatschappelijke teloorgang, het afroepen van agressie van buurtbewoners over zichzelf, psychische schade voor haar moeder en ook het kwijtraken van haar woning. Betrokkene verkeert bovendien in een situatie waarin zij kwetsbaar is voor personen en invloeden van buitenaf. Hij acht een voortzetting van de crisismaatregel dan ook noodzakelijk.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voorzetting crisismaatregel. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling gebleken dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
Tevens is naar het oordeel van de rechtbank uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling gebleken van het vermoeden dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de medische verklaring gediagnostiseerd als bipolaire-stemmingsstoornissen.
5.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat betrokkene tweemaal, te weten in de periode van 19 januari 2025 tot 22 januari 2025 respectievelijk de periode 4 februari 2025 tot 9 februari 2025 ernstig ontregeld is geraakt. Zij verkeerde op die momenten in manische toestand en zij vertoonde verward/overspannen gedrag, wat leidde tot overlast voor buurtbewoners en daarnaast acute gevaarrisico’s voor betrokkene zelf, voor anderen en voor de openbare orde.
5.5.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie zal worden afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte verplichte zorgvormen, nu de noodzaak daarvoor niet is gebleken.
5.6.
Gelet op de uitlatingen van betrokkene voorafgaand aan de mondelinge behandeling, concludeert de rechtbank dat betrokkene zich verzet zich tegen de door haar behandelaar noodzakelijk geachte zorg.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een machtiging tot voortzetting crisismaatregel verlenen voor de duur van 3 weken, zoals verzocht.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor:
[betrokkene] , geboren op [geboortedag] 1990 in [geboorteplaats] ,
wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.5 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 maart 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2025 door mr. Phillips, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 14 februari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.