Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , verpleegkundig specialist;
- mevrouw [naam 2] , senior agoog.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 februari 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1971, die lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden, met als doel het toedienen van medicatie, medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene recent op andere medicatie is ingesteld en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank oordeelt dat een zorgmachtiging noodzakelijk is om de positieve ontwikkeling van betrokkene te waarborgen en tijdig in te kunnen grijpen bij een terugval. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, met de bepaling dat deze geldt tot en met 11 februari 2026. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.