Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 18 februari 2025;
- de aangifte van [benadeelde] op 23 januari 2024, pagina 26 e.v. van het eindproces-verbaal.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
- meewerkt aan een dagbesteding in de vorm van scholing en/of werk,
- zijn medewerking verleent aan afname van de delictanalyse en het PO en de daaruit voortvloeiende adviezen,
- meewerkt aan hulpverlening die de jeugdreclassering noodzakelijk vindt om in te zetten ter voorkoming van recidive,
7.De benadeelde partij
- medicijnen € 60,00
- massagetherapie € 360,00
- arbeidsvermogen schade € 240,00
- toekomstig arbeidsvermogen schade € 598,00
- huishoudelijke hulp € 2.301,00
- verlies van zelfwerkzaamheid € 233,35
- reis- en parkeerkosten € 581,61
23 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige gedeelte van de gevorderde immateriële schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaren. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
een jeugddetentie van vijf maanden;
[benadeelde]van
€ 5.353,68, waarvan
€ 1.353,68aan materiële schade en
€ 4.000,00aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 23 januari 2024 tot aan de dag der voldoening;
rechtsbijstandheeft gemaakt, te weten € 847,00;
€ 5.353,68, te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 23 januari 2024 tot aan de dag der voldoening;