Uitspraak
[minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2009 in [land] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2018 in [plaats] ,
1.Het procesverloop
- het op 16 april 2024 ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
- het F9-formulier van 24 mei 2024 van mr. Akça-Altun;
- het F9-formulier van 1 juli 2024 van mr. Akça-Altun;
- het F9-formulier van 8 augustus 2024 van mr. Akça-Altun;
- het op 15 augustus 2024 ontvangen e-mailbericht van mr. Akça-Altun, met bijlagen;
- het op 4 oktober 2024 ontvangen antwoordformulier van [minderjarige 1] ;
- het op 7 oktober 2024 ontvangen antwoordformulier van [minderjarige 2] .
- de vrouw, bijgestaan door mr. Akça-Altun en mevrouw [tolk] , tolk in de Turkse taal (met tolkennummer [nummer] );
- een vertegenwoordigster namens de Raad.
2.De vaststaande feiten en standpunten van partijen
- Partijen zijn op [datum 1] 2009 in Bulgarije met elkaar getrouwd. Bij de uitspraak van de Districtsrechtbank van de Stad Popovo, Bulgarije van 10 maart 2016 (no. 22) is per [datum 2] 2016 in het huwelijk van partijen de echtscheiding uitgesproken. Op 30 december 2020 is voormelde echtscheidingsbeschikking ingeschreven in de daartoe bestemde registers van de gemeente Roosendaal.
- [minderjarige 1] is binnen het huwelijk van partijen geboren op [geboortedag 1] 2009 in [land] .
- [minderjarige 2] is buiten het huwelijk van partijen geboren op [geboortedag 2] 2018 in [plaats] . De man heeft [minderjarige 2] erkend.
- In voormelde echtscheidingsbeschikking staat vermeld dat het gezag over [minderjarige 1] aan de vrouw alleen toekomt.
- Partijen en de minderjarigen hebben de Bulgaarse nationaliteit.
- De vrouw en de minderjarigen wonen en hebben hun gewone verblijfplaats in Nederland. De huidige woon- en verblijfplaats van de man is onbekend.
- primair ten aanzien van [minderjarige 1]: op grond van artikel 38 lid 1 van de EG-Verordening nr. 2201/2003 (hierna te noemen: Brussel II-
bisVerordening) vrijstelling te verlenen voor de overlegging van een certificaat als bedoeld in artikel 39 van voormelde verordening alsmede voor recht te verklaren dat de uitspraak van de Districtsrechtbank van de Stad Popovo, Bulgarije van 10 maart 2016 (no. 22) van rechtswege wordt erkend, inhoudende dat de vrouw reeds met het eenhoofdig ouderlijk gezag over [minderjarige 1] is belast; - primair ten aanzien van [minderjarige 2]: voor recht te verklaren dat de vrouw op grond van artikel 1:253b van het Burgerlijk Wetboek (BW) reeds is belast met het eenhoofdig ouderlijk gezag over [minderjarige 2] ;
- subsidiair ten aanzien van beide minderjarigen: te bepalen dat het gezamenlijk ouderlijk gezag van partijen over voornoemde minderjarigen wordt beëindigd en de vrouw te belasten met het eenhoofdig ouderlijk gezag over hen.
bisVerordening, hetgeen is vereist voor erkenning van (de inhoud van) die beslissing door de Nederlandse rechter. De Bulgaarse rechtbank heeft echter daarop niet gereageerd. Om die reden wordt ten aanzien van [minderjarige 1] , op grond van artikel 38 lid 1 Brussel II-
bisVerordening, primair verzocht om vrijstelling te verlenen voor de overlegging van voormeld certificaat alsmede voor recht te verklaren dat voormelde beslissing van de Bulgaarse rechtbank van rechtswege wordt erkend, inhoudende dat de vrouw reeds is belast met het eenhoofdig ouderlijk gezag over [minderjarige 1] .
3.De beoordeling
terVerordening), is de Brussel II-
bisVerordening temporeel van toepassing. Op grond van artikel 21 van voormelde verordening wordt de in een lidstaat gegeven beslissing in beginsel door de andere lidstaten erkend zonder dat daartoe enigerlei procedure is vereist. Uit artikel 37 lid 1 Brussel II-
bisVerordening volgt dat de partij die de erkenning van een beslissing vordert of betwist, dan wel om uitvoerbaarverklaring verzoekt, voorts overlegt:
bisVerordening geeft het bevoegde gerecht of de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, op verzoek van een belanghebbende een certificaat af volgens het modelformulier in bijlage I (beslissingen in huwelijkszaken) of in bijlage II (beslissingen inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid).
bisVerordening, kan het gerecht, bij gebreke van overlegging van de in artikel 37 lid 1, onder b, of lid 2 bedoelde stukken, een termijn voor de overlegging daarvan vaststellen of gelijkwaardige stukken aanvaarden, dan wel, indien zij zich voldoende geïnformeerd acht, vrijstelling van de overlegging verlenen.
bisVerordening (bijlage II) verlenen. Dit betekent dat op grond van de artikelen 21 en 37 lid 1 Brussel II-
bisVerordening (de inhoud van) voormelde uitspraak van de Bulgaarse rechtbank van 10 maart 2016 van rechtswege wordt erkend, hetgeen inhoudt dat het gezag over [minderjarige 1] aan de vrouw alleen toekomt.
4.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.