ECLI:NL:RBZWB:2025:1264
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot het vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 maart 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd voor het jaar 2020, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.933. Na bezwaar is de aanslag verlaagd naar € 10.825, maar de belastingrentebeschikking bleef gehandhaafd. Belanghebbende heeft geen kennisgeving gedaan van zijn aanwezigheid op de zitting, ondanks een uitnodiging van de griffier. De rechtbank heeft het beroep op het vertrouwensbeginsel beoordeeld en geconcludeerd dat de aanslag en belastingrentebeschikking niet tot te hoge bedragen zijn opgelegd. Belanghebbende kon niet aantonen dat hij op de juistheid van de vooraf ingevulde aangifte mocht vertrouwen, aangezien hij zelf verantwoordelijk is voor de juistheid van de gegevens. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waardoor de uitspraak op bezwaar van de inspecteur in stand blijft. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.