Op 7 februari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2018. De zaak betreft de minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. De ouders van [minderjarige] zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de communicatie tussen hen verloopt problematisch. De kinderrechter heeft de ouders en een vertegenwoordiger van de GI gehoord tijdens een mondelinge behandeling. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 18 juli 2025, omdat de zorgen die hebben geleid tot de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn en de noodzakelijke hulpverlening nog niet is gestart of afgerond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om constructief met elkaar te communiceren en dat er nog geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over de opvoeding van [minderjarige]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd en deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing per direct van kracht is. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de GI de vader moet helpen bij het verkrijgen van inzicht in zijn persoonlijke situatie, bijvoorbeeld door een psychologisch onderzoek.