ECLI:NL:RBZWB:2025:1289

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 maart 2025
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
24/1771
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van beroepen tegen aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 6 maart 2025, worden de beroepen van belanghebbenden tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 15 december 2023 beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [plaats], vastgesteld op € 358.000 voor het belastingjaar 2022, met een waardepeildatum van 1 januari 2021. Tevens zijn er aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) en watersysteemheffing opgelegd aan de belanghebbenden. De rechtbank heeft op 23 januari 2025 de beroepen behandeld, waarbij belanghebbenden aanwezig waren en de heffingsambtenaar vertegenwoordigd werd door [naam].

De rechtbank concludeert dat de aanslagen OZB en watersysteemheffing terecht zijn opgelegd. Belanghebbenden voerden aan dat de percelen na verkaveling niet als bouwgrond konden worden aangemerkt tot de wijziging van het bestemmingsplan op 17 januari 2023. De rechtbank oordeelt echter dat de percelen terecht zijn aangemerkt als ongebouwde eigendommen volgens de Wet WOZ. De WOZ-waarde is vastgesteld op basis van de taxatie als grond bij eengezinswoning, en de rechtbank acht deze waarde niet te hoog.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de WOZ-waarde, de aanslag OZB en de aanslagen watersysteemheffing voor het jaar 2022 gehandhaafd blijven. Er wordt geen griffierecht vergoed en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 24/1771 tot en met 24/1773

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 maart 2025 in de zaken tussen

[belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] uit [plaats] , belanghebbenden,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant (de gemeente Bergen op Zoom),de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbenden tegen de in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van
15 december 2023.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] te [plaats] (hierna: de percelen) voor het belastingjaar 2022 (waardepeildatum 01-01-2021) vastgesteld op € 358.000 [1] . Tegelijk met deze waardevaststelling zijn aan belanghebbenden ook de volgende aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) en watersysteemheffing ongebouwd opgelegd:
Jaar
Aanslagnummer
Belastingobject
Watersysteemheffing
OZB
2022
[aanslagnummer]
F 09783 G 0000
€ 12,61
2022
[aanslagnummer]
F 09785 G 0000
€ 13,53
2022
[aanslagnummer]
[adres]
€ 331,51
1.2.
De heffingsambtenaar heeft de bezwaren tegen de aanslagen OZB en watersysteemheffing van belanghebbenden ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft de beroepen op 23 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbenden. Namens de heffingsambtenaar is [naam] verschenen.

Feiten

2. Op 23 november 2018 heeft de verkaveling van het perceel met daarop de woning van belanghebbende plaatsgevonden. Door de kavelsplitsing zijn er drie afzonderlijke percelen ontstaan, waaronder de op het aanslagbiljet vermelde onbebouwde percelen [perceel 1] en [perceel 2] .
Het derde perceel – waarop de woning staat – is verkocht in 2021. Daarom staat het derde perceel niet op het aanslagbiljet voor het jaar 2022 vermeld.
2.1.
Belanghebbenden zijn de eigenaren van de onbebouwde percelen. Het perceel [perceel 1] heeft een grondoppervlakte van 1.855 m2 en het perceel [perceel 2] betreft 1.990 m2.
2.2.
De heffingsambtenaar heeft de percelen aangemerkt als één WOZ-object en aangeduid als [adres] te [plaats] . De percelen zijn getaxeerd als ‘grond bij eengezinswoning’.
2.3.
De aanslagen watersysteemheffing zijn afzonderlijk – per perceelnummer – opgelegd. De percelen zijn gelegen in het gebied van het waterschap Brabantse Delta.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de aanslag OZB terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd. Tevens zijn de aanslagen watersysteemheffing in geschil.
3.1.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de aanslag OZB en de aanslagen watersysteemheffing terecht en naar de juiste bedragen aan belanghebbende opgelegd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot deze oordelen komt en welke gevolgen deze oordelen hebben.
Aanslag OZB
4. Belanghebbenden voeren aan dat zij na de verkaveling voornemens waren om op de twee ontstane percelen woningen te gaan bouwen. Zij voeren aan dat de wijziging van het bestemmingsplan van de percelen op 17 januari 2023 onherroepelijk is geworden. Volgens belanghebbende was er geen sprake van bouwgrond tot 17 januari 2023, omdat hij voor die datum geen bouwvergunning voor de percelen kon aanvragen. Naar zijn mening bestonden de percelen niet voor ‘de wet’.
4.1.
De rechtbank is van oordeel dat de percelen terecht zijn aangemerkt als ongebouwde eigendommen in de zin van artikel 16, aanhef en onder b, van de Wet WOZ. Nu niet in geschil is dat belanghebbenden in het onderhavige tijdvak de eigenaren waren van de percelen, is de aanslag OZB eigenaren terecht opgelegd. Dat de bouwvergunning niet eerder kon worden verleend, doet daar niet aan af. Dit betekent dat de aanslag OZB terecht aan belanghebbenden is opgelegd.
De WOZ-waarde
4.2.
De heffingsambtenaar heeft ter zitting toegelicht dat de onbebouwde percelen – toen deze nog deel uitmaakten van één perceel – werden getaxeerd als grond bij de eengezinswoning. Voor het belastingjaar 2022 heeft de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de percelen op dezelfde wijze vastgesteld, waarbij hij gebruik heeft gemaakt van de (in het dossier overgelegde) grondstaffel. De rechtbank acht dit juist en is van oordeel dat de WOZ-waarde van de percelen niet te hoog is vastgesteld. Het oordeel over de aanslag OZB volgt het oordeel over de waarde van de woning. Dit betekent dat ook de aanslag OZB niet naar een te hoog bedrag is vastgesteld.
4.3.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de aanslag OZB terecht en naar het juiste bedrag aan belanghebbenden opgelegd.
Aanslagen watersysteemheffing 2022
4.4.
De rechtbank stelt vast dat uit artikel 2 van de Verordening watersysteembeheer waterschap Brabantse Delta 2022 (de Verordening) volgt dat een directe belasting wordt geheven van hen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken (niet zijnde natuurterreinen) in het gebied van het waterschap. Het tarief van de heffing voor ongebouwde onroerende zaken betreft € 67,99 per hectare. Dit betekent dat de aanslagen watersysteemheffing terecht en naar de juiste bedragen zijn opgelegd.

Conclusie en gevolgen

5. De beroepen zijn ongegrond. Dit betekent dat de WOZ-waarde, de aanslag OZB en de aanslagen watersysteemheffing voor het jaar 2022 gehandhaafd blijven.
5.1.
Dat betekent dat belanghebbenden het griffierecht niet vergoed krijgen. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van
mr. D. Damen, griffier, op 6 maart 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.De WOZ-waarde van € 358.000 is de totale waarde van beide percelen.