Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.De feiten
Wij verwachten een financiering te kunnen bemiddelen tegen de volgende condities:
- Lening € 1.350.00,=
- Rente 5,75% per jaar.
- 1,5% eenmalige afsluitkosten over de hoofdsom van de lening.
- 0,25% per jaar administratiekosten over de restant lening.
Bij een akkoord op dit indicatieve voorstel gaan wij uit van exclusiviteit gedurende een periode van 4 weken. Dit betekent dat indien wij binnen 28 dagen na uw akkoord namens een belegger een definitief voorstel kunnen doen dat u gehouden bent aan dit voorstel. Bij een voor u negatieve afwijking op bovenstaande indicatieve voorstel bent u uiteraard niet gehouden aan het definitieve voorstel.
- Na uw akkoord zet [eiseres] een geanonimiseerde propositie uit naar aangesloten beleggers.
- Bij concrete interesse ontvangt de belegger meer detailinformatie onder geheimhouding.”
Artikel 1. Geldgever stemt erin toe dat hij door Beheerder, wordt voorzien van vertrouwelijke informatie (hierna: de Informatie) betreffende: mogelijke investeringen in leningen door de Geldgever en alle informatie die relevant is voor de analyse, structurering, besluitvorming en beheer van de lening.”
Hoi [contactpersoon eiseres] k ga akkoord alleen wil ik met mijn naaste en eventueel adviseur kunnen doorspreken.”
In de bijlage de kosten voor de geldgever zoals ik die ook al deels besproken heb telefonisch afgelopen vrijdag. Afsluitkosten voor de geldgever breng ik naar 0,5% eenmalig. Administratiekosten zijn 0,25% en beheer is optioneel en bied ik hier aan voor 0,25% per jaar.”
- Afsluitkosten eenmalig € 2.500 door [eiseres] in rekening te brengen bij [gedaagde]
- Geen administratie- en beheerkosten per jaar van [eiseres] voor rekening van [gedaagde]”
Even ter bevestiging van wat ik al gemeld heb gisteren telefonisch aan [naam] :
Wij hadden als [eiseres] een exclusiviteitsperiode afgesproken met [de melkveehouder] . Binnen die periode is hij verplicht om bij ons af te sluiten als we met een deal komen zoals geschetst.
Die periode was afgelopen. Vooral omdat de analyse fase vóór aanbieden aan beleggers meer tijd gekost had. Normaal is dat nooit een probleem. De geldnemer heeft dan geen alternatieven. Gisteren bleek dat [de melkveehouder] die wél had en dat die ook goedkoper was dan het voorstel wat ik bij o.a. jullie had liggen. Vervolgens hadden jullie nog aanvullende voorwaarden t.o.v. van mijn voorstel. [de melkveehouder] hing zaterdagmorgen al terug en vroeg tot maandag uitstel. Dat was al een stevig signaal.
Overigens had ik zaterdagmorgen aan [de melkveehouder] voorgesteld om snel andere beleggers aan te haken omdat jullie voorstel te afwijkend was. Voor mij was het niet willen voldoen van admin-kosten een dealbreaker. Voor [de melkveehouder] het recht van 1ste koop. Dat was ik het overigens roerend met hem eens. Als je potentiele financier een beloning voor hemzelf kan creëren door het jou als geldnemer moeilijk te maken en te dwingen om te verkopen is dat een afspraak die je niet wilt maken. Ik vond het ook niet handig om dat meteen CC aan hem te melden overigens.
Er waren andere geïnteresseerden die ik op hold had gezet die ik deze week graag weer aangehaakt had en die naar mijn verwachting de deal wel hadden willen draaien zoals ik die voorgelegd had. Dus door die af te houden heb ik mezelf ook aardig in mijn voet geschoten. Balen maar het is niet anders.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
in exploitatie te nemen of toe te passen voor enig ander doel dan hierboven omschreven”. Partijen zijn het erover eens dat met dat laatste wordt verwezen naar artikel 1 van de geheimhoudingsverklaring. Volgens [eiseres] volgt daaruit dat ‘het doel’ van de geheimhoudingsverklaring is het verstrekken van informatie die benodigd is voor oriëntatie en gedachtevorming over een potentiële financieringsovereenkomst. De door [eiseres] aan [gedaagde] verstrekte informatie over (het bedrijf van) [de melkveehouder] is in dit geval buiten dat doel toegepast, door daadwerkelijk een financieringsovereenkomst te sluiten. Dit ‘doel’ wordt door [gedaagde] betwist. Hij voert aan dat de geheimhoudingsverklaring erop is gericht de informatie niet te delen met derden. Uit artikel 1 van de geheimhoudingsverklaring volgt daarnaast volgens hem niet dat het verstrekken van de informatie uitsluitend bedoeld is ter oriëntatie en gedachtevorming, maar juist dat dit (ook) bedoeld is voor het doen van een (daadwerkelijke) investering. Wat ‘het doel’ van de geheimhoudingsverklaring is, is in dat licht bezien niet duidelijk. De vraag hoe dit dient te worden uitgelegd, kan in dit geval evenwel ook in het midden worden gelaten. Daartoe overweegt de rechtbank dat, zelfs als vast zou komen te staan dat 1) de geheimhoudingsverklaring tussen partijen is overeengekomen en 2) [gedaagde] die geheimhoudingsverklaring heeft geschonden, de door [eiseres] gestelde schade en het causaal verband tussen die schade en de (gestelde) tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] , niet kan worden vastgesteld. In het hierna volgende zal de rechtbank dit toelichten.