ECLI:NL:RBZWB:2025:1349
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. van Triest
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen door de kinderrechter
Op 6 maart 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De gecertificeerde instelling (GI) had het verzoek tot verlenging van de machtiging ingediend, maar dit verzoek was te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet in staat was om een mondelinge behandeling vóór de afloopdatum van de maatregel te plannen. De kinderrechter heeft daarom ambtshalve de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor een periode van twee weken, van 9 maart 2025 tot 23 maart 2025, om de tijd te geven voor een mondelinge behandeling van het verzoek.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI haar administratie niet op orde had, aangezien de afloopdatum van de maatregel niet tijdig was gesignaleerd. De kinderrechter heeft de GI erop gewezen dat zij in de toekomst moet zorgen voor tijdige indiening van verzoeken. De beslissing om de machtiging te verlengen is genomen in het belang van de minderjarigen, zodat zij de gelegenheid krijgen om hun mening te uiten tijdens de komende mondelinge behandeling. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de verlenging onmiddellijk van kracht is, ondanks dat er nog een verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden.