In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 maart 2025 een eindvonnis uitgesproken in de zaak tussen de Openbare Rechtspersoon Gemeente Zoetermeer en Nobotel B.V. De gemeente had een bedrag van € 3.534,94 aan Nobotel betaald, maar stelde dat er geen rechtsgrond voor deze betaling was. Nobotel werd in een tussenvonnis van 22 januari 2025 in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren, maar heeft dit niet gedaan. Hierdoor stond vast dat de rechtsgrond voor de betaling ontbrak. De kantonrechter heeft Nobotel veroordeeld tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. De totale vordering die aan Nobotel werd toegewezen, inclusief wettelijke rente, bedroeg € 4.034,74. De proceskosten werden begroot op € 1.288,22. Nobotel werd ook veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over het onverschuldigd betaalde bedrag, met ingang van 3 april 2024. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.