ECLI:NL:RBZWB:2025:1367
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van den Boom
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake betaling van schadevergoeding en proceskosten na gebrekkige uitvoering van werkzaamheden
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 5 maart 2025 een eindvonnis uitgesproken in de zaak tussen [opdrachtnemer] en [opdrachtgever]. De procedure volgde op een tussenvonnis van 15 januari 2025, waarin werd vastgesteld dat [opdrachtnemer] niet in staat was om zijn deel van het voorschot voor een deskundige te betalen. Hierdoor ging de kantonrechter uit van de juistheid van het verweer van [opdrachtgever], die stelde dat er gebreken waren in de door [opdrachtnemer] uitgevoerde werkzaamheden.
De kantonrechter oordeelde dat [opdrachtnemer] aansprakelijk was voor deze gebreken en dat [opdrachtgever] recht had op vervangende schadevergoeding. De schade werd geschat op € 7.000,00, waarbij rekening werd gehouden met de omstandigheden van het geval. Aangezien [opdrachtnemer] al een aanneemsom van € 5.600,00 verschuldigd was, werd hij veroordeeld tot betaling van het resterende bedrag van € 1.400,00 aan [opdrachtgever].
Daarnaast werd [opdrachtnemer] veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 50,00. De kantonrechter wees de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten toe en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Van den Boom, kantonrechter.